Luxueste Loempia van Rotterdam

Geoffury 21 jan 2016

Die interne furie op vrijdagavond als de klok zes slaat. Weekend. De laatste woorden ter pen leggen, pen neerleggen en naar de auto en richting huis. Reistijd is lang, geen files en de weg is rustig. Kalmte. De duisternis heeft de zon alweer opgeslokt. Al is het tijdelijk en ironisch genoeg lanceert het gebrek aan licht buiten en aan de hemel, een vonkje van binnen. Je komt thuis en koekeloert in de koelkast. Leeg. Geen tijd voor diner en je spreekt af met je trouwe levensgenieter en kleed om. Je bent moe en hebt honger, maar je had niets in huis. Zoals gebruikelijk. Dus toch naar buiten, op de fiets in plaats van in de auto en je racet naar dé plek. Die plek met dé loempia van Rotterdam. Hofplein, Miss Saigon. Naast de loempia-kraampje wacht die ene vriend op je en je kletst bij en knikt en lacht en probeert alles in te halen wat je gemist kan hebben gedurende de winterhelse week. En toch ontglipt iets je. Maar je laat het gaan en zacht geregen besluit ook buiten te spelen. Je voelt niets en kondigt aan dat je een loempia of twee gaat halen en vraagt hoeveel je makker wil, jij trakteert, het is vrijdag en je bent ontketend en hebt iets goed te maken. Voor jezelf, voor je interne gemoedsbemalingen. De rij is lang maar iedereen wordt rap geserveerd. Want iedereen bestelt het gebruikelijke. Enig nieuwkomer onderscheidt zich door te denken en de etalagekeuzes van de kraam tot zich te nemen om vervolgens toch tot de conclusie te komen dat er maar één keuze is, je hebt geen keus. Loempia. Niet een loempia, maar dé licht-bevangende loempia. Volgende keer is nieuwkomer vast vaste klant. De cirkel van het leven van loempia. Je bent nu aan de beurt, bestelt vier, twee voor jou en twee voor je gezelschap. Je maakt ‘small talk’ met de eigenares en bijbehorende familielid, altijd als duo, altijd twee vrouwen. Altijd de ouwe en één jongere. Dat weet je, je kent ze en je kent de gulden loempia en zoetzure hete deluxe scharlaken visceuze saus die de schat overdekt die deze snack is en altijd zal zijn, hier en nu en misschien zometeen ook nog. In de natte nevelige nacht waad je tot een betonnen zitplek en ploft neer. Je dompelt jezelf onder in al je zes zintuigen en kanaliseert ze tot genot en betreedt vergetelheid van de omgeving. Je ademt in, door je neus, ademt uit, door je mond. Dan vergeet je vervolgens te ademen in extase en opent je mond, en positioneert de krokante goudbruine loempia daar, en alles komt nu samen, kalmte voor de loempia en je hapt.