IJzel peanuts vergeleken met de winter van ’63
Nederland is helemaal van de leg wanneer het een paar dagen ijzelt! Peanuts vergeleken met de winter van ’63. Dat was de koudste winter van de twintigste eeuw. Drie maanden lang vroor het tussen de -5 en -19 graden. Klaagt men nu dat er drie dagen geen boodschappen gedaan kunnen worden? Toen waren hele dorpen wekenlang totaal van de bewoonde wereld afgesneden.
Heerlijk toch? Sleetje rijden of ijstochten maken over het krakende ijs. Ja leuk, totdat er ook nog eens heftige sneeuwstormen over het land raasden. Metershoge sneeuwduinen zorgden voor een complete chaos. Ach niet zeuren! Dan draai je de thermostaat toch gewoon wat hoger? Was dat maar waar. Het was toen echt steenkoud in de huizen, want de meesten werden toen met één kolenkachel verwarmd. Met dikke ijsbloemen op de ramen kroop men zo dicht mogelijk bij de kachel. Werd het bedtijd? Dan was het zo snel mogelijk onder de wollendekens kruipen in de ijskoude slaapkamer, waar de dekens de volgende ochtend soms bevroren waren.
Het was een compleet drama voor de economie. Scheepvaart was inmiddels nauwelijks meer mogelijk, waardoor dorpen en steden niet meer bevoorraad konden worden. Amsterdam was zelfs bijna door zijn kolenvoorraad heen. Het vroor zo hard dat rivieren compleet waren dichtgevroren en er zelfs autorally’s werden gereden op het IJsselmeeer. Op de Wadden- en de Noordzee dreven grote ijsbergen, wat een uniek plaatje opleverde bij de pier van Scheveningen. Doordat het ijs inmiddels zo dik was geworden kon men zelfs auto’s parkeren op de Gouwzee. Toen ging het óók nog eens flink ijzelen. Het drama was nu helemaal compleet. Het dagelijkse leven lag nu compleet op zijn gat. Winkels en kantoren waren niet of nauwelijks meer te bereiken en bussen en treinen reden mondjes mate. Op kousenvoeten glibberde men naar buiten wanneer het echt niet anders kon. Via de radio werd aan de jeugd gevraagd om boodschappen te doen voor de ouderen, omdat huis aan huis levering van de kolenboer, bakker en groenteboer niet meer mogelijk was. In februari werd bekend gemaakt dat de winter in Europa (tot dan toe) ongeveer 1300 levens had geëist.
Waarschijnlijk de enige die blij waren met het dikke ijs waren de rijders van de Elfstedentocht. Deze tocht ging de geschiedenisboekjes in als de hel van ’63. Want wat was het koud! Reinier Paping kwam half bevroren als eerste over de finishlijn en kon door de gigantische drukte niet eens gefeliciteerd worden door toenmalig Koningin Juliana.
Dat was pas een winter..van ’63