Carnaval
Nog ruim anderhalve week en dan barst bij ons in het zuiden het carnaval weer los. Als rechtgeaarde uit de Indische klei getrokken Brabantse jongen doe ik samen met mijn uit de Randstad geïmporteerde vrouw vol bezieling mee. Vier dagen lang gaat het bij ons nergens over en leven we van spek, eieren, shoarma en bier, veul bier. Elke dag eindigt ongeveer om elf minuten na middernacht en elke dag start rond een uur of elf in de ochtend, alles draait nu eenmaal om de elf. Beiden hebben we de respectabele leeftijd van 50 jaar benaderd en gepasseerd. We vragen ons elke morgen af, weelderig uitgedost en met wallen onder de ogen, wat ons in godsnaam bezielt. Ik bedoel, om elf uur in de ochtend begeven we ons gewoon weer parmantig door de straten van onze stad op weg naar weer een legendarisch dagje volledig van de pot gerukt rondzingen en rondspringen. Tenminste, zo lijkt het voor diegenen die er geen snars van snappen. Wij weten wel beter.
Van mezelf vind ik mijn passie voor ons volksfeest niet meer dan terecht. Geboren en getogen in Rommelgat en na zes maanden op deze aarde verhuisd naar Lampegat. Je moet in het zuiden het levenslicht hebben gezien om de ware aard van het carnaval te kunnen doorleven. Mijn vrouw doet fanatiek mee, maar blijft een Randstedeling die inderdaad meedoet. Overigens niet tegen haar zeggen dat ik dit schrijf asjeblieft. Het is een schat en ik houd van haar. Carnaval is voor haar vooral je mogen verkleden en elke dag weer een ander frivool kapsel. Voor mij is het traditie, doorleven en daarna vasten. Ik jok een beetje want van dat vasten komt het nooit echt en met mijn gevoel voor traditie valt het ook eigenlijk best wel mee. Als ik echt eerlijk ben is het juist dat gek doen tot je erbij neervalt waar het bij ons op neerkomt.
Nog ruim twee weken en dan is het jaarlijkse carnaval weer voorbij, is onze cholesterol torenhoog, bloeddruk te hoog voor onze leeftijd en onze portemonnee zo goed als leeg. We kijken terug op weer een memorabel feest en een album vol hilarische foto’s. De malle kledij gaat aan de wilgen want volgend jaar is er weer een ander modieus hoogstandje te bedenken. Wat rest is met deze en gene nog weken nabomen over die te gekke tijd die we hebben gehad.