Broodje kaas mevrouw de voorzitter?
“Hoe sta jij daar nou tegenover Houda?”, “Houda, hoe kijk jij hier tegenaan?” en zo kan ik nog tig aan moi gestelde vragen bedenken met allemaal een centraal thema; geloof en afkomst. “Houda, als iemand in de supermarkt staat en de persoon voor je begint opeens Marokkaans te praten hé, met haar vriendin, dan is het toch logisch dat je denkt dat ze het over jou hebben?”. Ze kijkt me verongelijkt en met een afwachtende houding aan. Tsjah, wat kan ik daarop antwoorden. Ik wil niet cru overkomen met een simpel “Misschien had je dat aan haar kunnen vragen.” of de eerlijke “Ik ben een broodje kaas aan het eten en heb geen zin om mijn brein te breken zodat ik met een politiek correct antwoord op de proppen kan komen.”.
Over politiek gesproken, ik zat net met mijn ouders in de woonkamer en hoorde mijn broertje een grap maken over Geert Wilders en dat hij Khadija Arib nu als ‘Voorzitter’ zal moeten gaan aanspreken in de Tweede Kamer. Ik schoot in de lach en dacht aan het feit dat Geert Wilders op Twitter een rant aan het houden was, we hebben nu blijkbaar een nepparlement.
Ik ben op een punt aanbeland dat ik me niet probeer te mengen in gesprekken over geloof en/of afkomst. Waarom? Makkelijk, ik word een beetje moe van alles. Het is niet dat ik er geen mening over heb, maar het is toch nooit goed, voor niemand niet. Er is altijd iemand die zich beledigt voelt, iemand die denkt het beter te weten. Daarbij komt natuurlijk ook dat iedereen elkaar in hokjes plaatst. Oh jij ziet er zo uit, dan denk je er vast zus en zo over. Jij hebt deze achtergrond, dan verwacht ik zus en zo antwoord van jou. Ik heb zoiets van -leef en laat leven- -doe je ding en ik doe mijn ding-. Point being, heb gewoon respect voor elkaar. Waarom is er altijd of heisa over een bepaald onderwerp of lopen we op eieren pratende over een bepaald onderwerp. Waarom kunnen we ons er gewoon niet bij neerleggen dat er altijd mensen zullen zijn die tegen bepaalde pilaren in de samenleving schoppen. But then again, me dit allemaal afvragen heeft geen zin. Het is zoals het is.
Ik wil (om een of andere reden) eindigen met iets wat mijn vader soms zegt en waar ik altijd om moet lachen. Maandagmorgen, kwart voor negen, binnen rotzooi, buiten regen.