Roze oortjes en brillen
Toen ik 6 was speelden we op school van moedertje en vadertje. Het liefst van al speelde ik toen van moedertje, maar meestal werd ik door de anderen, diegenen die de alom geprezen assertiviteitskaas wel wisten te smaken, verplicht om kleine baby te spelen. Ik was nu eenmaal de kleinste. Tegenargumenten hielpen niet en ik onderging mijn lot.
Pesten was er destijds ook af en toe bij. Maar tijdens een conflict ging het meestal niet verder dan:
“En dan? Mijn papa is toch politieagent en als je stout bent, gaat hij je in de gevangenis steken! Nah!”.
We staken onze tong uit naar elkaar en twee minuten later waren we terug de beste vrienden en konden we weer samen de wereld aan.
Anno 2015 gaat het er heel wat complexer aan toe.
Ik heb intussen zelf een dochter van 6. Eentje met een gouden hart. Eentje dat beslist nog vaak gebroken naar huis zal terugkeren. Inclusief hartje.
Op school speelt Sterre graag alleen. Want als je alleen bent, moet je je niet laten doen door de kinderoppositie. Alleen ben je sterker. Zo ziet zij het althans.
Sterre is een gevoelige meid. Hooggevoelig. Als een spons slorpt ze alles op. Zo is ze bijvoorbeeld doodsbang van dierengeluiden. Koeien, varkens, schapen en geiten zijn vijand nummer één. Omdat de speelplaats grenst aan een weide mét loeiende koeien, is haar koptelefoon nooit veraf.
Met haar fluoroze oorbeschermers huppelt ze vrolijk de speelplaats rond. Alleen. Zorgeloos en vrij. De koeien loeien dreigend. Alsof ze met hun oorverdovende sirenes de buurt voor de nakende dreigementen willen alarmeren.
De oppositie joelt en schreeuwt om ter luidst:
“Als ik niet niet naar jouw verjaardagsfeest mag komen, dan kom ik toch. Ik weet jou wonen. Dan breng ik mijn geweer mee en schiet ik alle kinderen dood!”.
En …
“Als je niet doet wat ik zeg, dan ga ik mezelf straks doodmaken!”.
En …
“Ik ben verliefd op jou! Wanneer gaan we dan ‘sexen’? Mag ik ook jouw tetten dan zien?”.
En …
“Pas maar op. Mijn papa gaat jouw papa doodschieten!”.
Sterre hoort hen niet meer. Ze zingt en fluit het mooiste lied. Eentje over regenbogen en eenhoorns die roetsjen van de hoogste glijbaan. De manipulators van dienst worden vriendelijk genegeerd.
De wereld wordt weer mooi.
Misschien moeten we ons allemaal – naast een roze bril – een roze koptelefoon aanschaffen, zodat al het negatieve – al is het maar heel even – uit ons leven en de wereld wordt geband.
Hoe mooi zou dat niet zijn.