Huh, welke blog?
Laatst was ik verontwaardigd over iets en schreef een blog. Daarbij wierp ik niet een nieuw licht op de betreffende zaak, maar verwoordde een al langer bestaand gevoel. Toevallig kwam mijn blog een grote groep lezers onder ogen die met het onderwerp direct te maken hadden en binnen no-time had ik meer dan zestienduizend hits te pakken en het aantal groeit nog steeds.
Er ontstond een hevige discussie op Facebook over mijn stukje, ik kreeg voornamelijk lof, in diverse mooie bewoordingen, maar ook één kritische en opvallende reactie. Opvallend omdat deze reactie, hoewel respectvol en soms zinnig, veel en veel te lang was. Op deze reactie kwam een aantal ‘ontstemden’ af. De ontstemden, gedreven door het klaarblijkelijke breedsprakige verleden van de schrijver, lieten de inhoud van diens betoog links liggen en zetten vol in op de lengte ervan. Ook werd de schrijver zelf niet ontzien. Hierdoor nam de discussie een andere richting.
Er kwam een tweede groep ‘ontstemden’ in actie die met iets meer venijn meldden dat zo’n op de persoon gerichte aanval niet ‘fijntjes’ was. Omdat de eerste groep ontstemden het inhoudelijke argument verlaten had, eigende de tweede groep zich het recht toe om zonder redelijke onderbouwing los te gaan op de eerste groep. Daarmee kwam zij terecht in het gebied van de spot. De zinnen verkortten, de inhoud werd pikanter, omschrijvingen van de gewraakte schrijver werden rap brutaler en ook de platte leus deed zijn intrede. Dit laatste was het signaal dat de beperking van het woord, het gebruik van het visuele nodig maakte. Dus was het nu wachten op die ene bolleboos die een cartoons zou plaatsen. Wel, die kwam. En er volgden meer. Wat ook volgde was een derde groep ‘ontstemden’ – waarvan het niet direct meer duidelijk was tot welk kamp zij behoorden – die de kans schoon zagen om in het speelveld van totale onzinnigheid dat nu ontstaan was, de cartoons te bestoken met een infantiliteit die zelfs de cartoons zelf oversteeg. Kortom, het werd lachen geblazen. Via verontwaardiging en spot was de kolder bereikt.
Ik stond erbij en keek ernaar terwijl dit oncontroleerbare beest van euforische venijn consumerend mij voorbij raasde en uiteindelijk door het wijze besluit van de schrijver om zijn lange verhaal te verwijderen een stille dood stierf. Het werd weer rustig en ik keek op.
Had ik nou in de stilte die volgde voorzichtig willen terugkomen op mijn blog dan had iemand vanuit de verte vermoedelijk geroepen: ‘Huh, welke blog?’