De volwassen kindsoldaat

Karin Monster 23 dec 2015

Charles, bijna 25 jaar, Oegandees en kindsoldaat geweest. Rond zijn tiende levensjaar ontvoerd door de Lord’s Resistance Army (de LRA). Als klein jongetje met een AK47 geweer rondgelopen, die hij in zijn begindagen nauwelijks kon dragen. Hij heeft ongeveer twee jaar bij dit rebellenleger geleefd voordat hij wist te ontsnappen. Zijn ouders zijn om het leven gebracht door hetzelfde leger waar hij als kindsoldaat voor heeft moeten vechten.

Het cliché verhaal van het zielige Afrikaanse oorlogskind dat we allemaal kennen uit een Hollywoodfilm of uit de reclamespotjes van War Child of één van de andere talloze hulporganisaties. Waar velen een mening over hebben, met als terugkerend thema “Dat kan nooit meer goedkomen”. Maar hoe zit het eigenlijk echt met deze zielige zieltjes, die uiteindelijk niet meer in het clichébeeld van het Afrikaanse kind passen, omdat zij net als alle andere mensen op deze aarde ook volwassen worden?

Ik heb Charles leren kennen in 2013 toen ik in Oeganda onderzoek deed naar re-integratie van voormalig kindsoldaten. Al snel betrapte ik mezelf erop dat ik het stigma van het zielige Afrikaanse oorlogskind gauw overboord moest gooien. Want ondanks dat hij zijn herinneringen als kindsoldaat voor de rest van zijn leven met zich mee draagt, heeft hij een positieve kijk op het leven. Hij is intelligent, ontzettend grappig en geweld heeft hij na zijn ervaring als ‘soldaat’ nooit meer gebruikt. Met zijn gitaar en adungu (traditioneel muziekinstrument) heeft hij inmiddels veel oorlogservaringen van zich af gezongen. Dat het voor mij moeilijk is om te begrijpen hoe het is om op te groeien in een oorlogsgebied en te leven als kindsoldaat, vindt hij vooral grappig. “Charles, als je regelmatig gedwongen was om in de buitenlucht te slapen, wat deed je dan in het regenseizoen? Hoe kwam je aan schone kleren? Hoe en waar kon je jezelf dan wassen?” Hij heeft wat in een deuk gelegen!

Ik vroeg hem gisteren wat hij met de feestdagen gaat doen. Verheugd vertelde hij me dat hij genoeg geld heeft gespaard om naar zijn geboortedorpje te reizen. Het dorpje waar ik als onderzoeker ook een aantal dagen van het rurale Afrikaanse leven heb mogen genieten. Waar ik samen met Charles een boompje heb geplant ter nagedachtenis aan zijn ouders. Het boompje, dat in het dorpje nu bekend staat als de ‘Lamono Tree’ (de blanke boom), zie ik afgebeeld op foto’s steeds groter worden. Net zoals ik Charles, het voormalig kindsoldaat, zie groeien en bloeien in het leven.