Het loopt als een trein… of toch niet?

Sonspennenstreken 18 dec 2015

De laatste keer dat ik met de trein reisde, stamt uit de tijd van de strippenkaarten en het kopen van een treinkaartje van een vriendelijke loketmedewerker.

Gewapend met een opgeladen OV chipkaart ga ik op stap.
Vol goede moed houd ik het kaartje voor het toegangspoortje van het treinstation. ‘Entree niet toegestaan.’ Huh? Ik had het ding toch opgeladen? “Staat er voldoende geld op? Er moet minimaal 20 Euro op staan. Dat kunnen we aflezen bij het oplaad apparaat daar”, zegt een vriendelijke toeschouwer. De display laat 24 Euro zien. “Dat moet genoeg zijn. Probeer het nog eens.” ‘Entree niet toegestaan’.
“Dan weet ik het ook niet. Sorry, ik moet de trein halen.”
Een lotgenoot heeft eveneens ruzie met zijn OV chipkaart. Hij heeft bij het opladen al twee keer 20 Euro van zijn rekening zien verdwijnen maar niet op zijn kaart zien verschijnen. De jongeman drukt op een knop bij de ‘praatpaal’ naast de oplaadpaal. Het lijkt op een soort ouderwetse wegenwacht-pech-aan-de-snelweg-paal.

Er klinkt een stem: “ Alarmcentrale 112. Wat is er aan de hand?” “O, sorry meneer, dan heb ik op de verkeerde knop gedrukt. Mijn OV chipkaart werkt niet”. “En de mijne ook niet”, zeg ik er achteraan. “Staat er voldoende saldo op? “ De jongeman legt zijn situatie uit. “Bij mij laat de display een saldo van 24 Euro zien”, zeg ik tegen de paal.
“Reist u voor het eerst met de trein?” klinkt de mannenstem. “Ja”, antwoord ik. “Dan moet u de chipkaart bij de laadpaal activeren en aangeven of u eerste of tweede klas wilt reizen.”
Een vriendelijke dame schiet mij te hulp. Chipkaart voor het witte vlak houden, aangeven waar ik heen wil, enkel of retour, eerste of tweede klas, en vervolgens weer de chipkaart voor het witte vlak houden. “Nu moet-ie het doen,” zegt ze vol vertrouwen. Ik houd het kaartje voor het deurtje, hoor ‘bliebblieb’ en het deurtje gaat open.

Op het perron praat ik nog na met een oudere dame. De trein arriveert en wij stappen in.
Ik zie veel reisgenoten staren naar hun mobiele telefoon. Zouden er nog stelletjes zijn die elkaar in het openbaar vervoer leren kennen?

Eenmaal in Gouda check ik uit. Ik kies een poortje, houd de chipkaart ervoor, hoor ‘bliebblieb’ en knal tegen een gesloten poortje. “Mevrouw, het poortje ernaast is voor u open gegaan.” Ik corrigeer mezelf en zoek snel het Hazenpad. Letterlijk, want de weg naar mijn bestemming heet het ‘Hazenpad’. Ik ben op weg naar een training boeiende verhalen schrijven…