Het filespook
Eind november, 2015. Ik laat altijd uit pure luiheid de televisie op NPO 1 staan na het kijken van DWDD. Er wordt een nieuwsbulletin aangekondigd over de filezwaarte. Het snelwegtraject tussen Breda en Eindhoven blijkt in het afgelopen jaar te hebben gezorgd voor de meeste vertragingen, en zodoende ook voor ‘economische schade’. Tijd is ook geld, begrijpt u wel.
Verdomme. Dat heb ik weer. Als forens tussen Tilburg en Eindhoven mag ik mij berijder van het drukste stuk snelweg dat ons kikkerlandje kent noemen. Nota bene sinds het begin van dit jaar de trein gedag gezwaaid. Niet langer als ingeblikte sardientjes in een Sprinter, maar in mijn eigen koekblik. Bijna krijg ik spijt. Niet langer met de Metro op schoot in de trein, maar met een auto onder mijn derrière in de spits.
Dat weekend bel ik met mijn vader. We bespreken het gebruikelijke. Of ik ook Studio Sport heb gekeken. Dat soort dingen. Dan begint hij over het filenieuws. Hij moet wekelijks een stuk meer filekilometers verslinden voor zijn baan bij Rijkswaterstaat. Hij vertelt dat er in de aankomende week op dinsdag getest gaat worden op het Brabantse horrortraject. Rijkswaterstaat wil weten waar de spookfiles vandaan komen. Ik suggereer voorzichtig dat het zou kunnen liggen aan de matrixborden.
Voor de treinreiziger die de Metro leest, zal ik uitleggen wat deze borden zijn. Als me dat al lukt. De borden hangen boven elke rijbaan, reageren op de drukte op de weg en passen vervolgens de adviessnelheid aan, ten behoeve van de doorstroom. Dit doen ze volgens de wetten van de volstrekte willekeur. Als ze op 70 knipperen, dan kun je ofwel 95 rijden, of ongeveer 50. Als het bord je dolenthousiast laat weten dat je nog 50 kunt rijden, sta je in de praktijk stil. Al met al zijn de voorspellingen van de borden dusdanig lukraak dat een medium van Astro-TV er jaloers op zou worden.
De desbetreffende dinsdag breekt aan. Ik maak me op voor opnieuw een spookfile, maar troost me met de gedachte dat de Ghostbusters van Rijkswaterstaat binnenkort voor een oplossing zorgen. Maar wat blijkt? Ik kan gewoon doorrijden. Het angstzweet breekt me uit. Deze proef zal niet representatief zijn! Zo vinden ze geen oplossing! Wat nu?
Slingerend van vluchtstrook naar linkerrijbaan vervolg ik met een gangetje van 40 kilometer per uur mijn weg. Het filespook sluit in een vertrouwde polonaise aan. De polonaise, die kennen we wel, hier in Brabant.