De Sinterklaasfase
Het is een rustige vrijdagmiddag en in de universiteitsbibliotheek zijn ijverige studenten bezig met de laatste dingen van deze week voordat het weekend kan beginnen. Wat af is, hoeft niet meer afgerond en betekent vrije tijd. Hoewel de zon buiten schijnt en het misschien de laatste warme zonnestralen van het jaar zijn, studeren deze studenten verder. Het is druk in de universiteitsbibliotheek, misschien vanwege de Sinterklaastraditie die in vele gezinnen gewoon wordt voortgezet, waardoor veel studenten dit weekend niet meer aan de studie toe zullen komen en de tentamenweek toch akelig dichtbij komt. Ik weet bijna zeker dat een groot deel van de studenten dit weekend nog naar huis zal gaan voor een ouderwetse pakjesavond bij paps en mams op de bank, ook al zou je denken dat de studenten deze fase ondertussen wel ontgroeid zijn. Ik heb al veel mensen tussen de studie door op zoek gezien naar rijmwoorden of toch nog het laatste cadeautje zien bestellen in de hoop dat het nog op tijd geleverd wordt.
De plekken in de bibliotheek zijn schaars vandaag. Slechts enkele plekken lijken nog beschikbaar wanneer ik binnenkom en ik weet er gelukkig nog eentje te bemachtigen. Op veel plekken liggen opengeslagen boeken, afgesloten laptops, snoertjes en lege bekertjes terwijl de bijbehorende hard studerende student ontbreekt. Het is lunchtijd en waarschijnlijk vonden deze afwezige studenten het tijd voor een welverdiende lunch- of plaspauze. Ik kijk uit op een plek die op het eerste gezicht vrij lijkt te zijn. Er staan slechts twee kartonnen bekertjes en er liggen een boek en een pen. Het tafereel doet vermoeden dat deze bijbehorende student in de haast vergeten is zijn bekertjes weg te gooien, het boek in de kast terug te zetten en de pen in zijn zak te steken. Na een half uur minder productief bezig te zijn geweest dan ik had gehoopt, komt er een jongen af op de plaats waar ik op uitkijk. Ik snap zijn verwarring, want ook ik weet niet of de student zijn pen nog komt gebruiken of echt in de haast de bibliotheek verlaten heeft. Op het moment dat de jongen twijfelachtig plaats heeft genomen op de stoel, na aan mij te hebben gevraagd of de plek bezet was, komt de student zijn pen halen. Met zijn neus in de lucht komt hij op de plek afgestoven. Terwijl hij ‘voorstelt’ dat de jongen de plek verlaat, omdat het zíjn plek was, weet ik het zeker: er zijn studenten de Sinterklaasfase helaas nog niet ontgroeid.