ZEG MAAR NIETS MEER

Fons Nijpels 5 nov 2015

Er is sprake van een nieuw spraakvirus in het Nederlandse taalverkeer. Voortdurend hoor je mensen de woorden ‘zeg maar’ als tussenvoegsel gebruiken. En dan niet zomaar een keertje, maar werkelijk in elke zin. Ik vind het niet om aan te horen! En velen zijn er mee besmet, zelfs professionelen hoor je dit -zeg maar- de hele dag door gebruiken, tot gekwordens toe. Zouden ze dit -zeg maar- nou niet zelf in de gaten hebben? Luisteren ze -zeg maar- ooit wel eens naar hun -zeg maar- eigen woorden of zouden ze er -zeg maar- het ooit wel eens terugluisteren? Ja, als u het nu al irritant vind, dan kan ik u -zeg maar- volledig volgen.

Ik heb geen idee waar deze infectie vandaan komt. Het zijn vaak mensen die toch al snel en nerveus praten en die blijkbaar dit gebruiken om adem te halen, of na te denken, stress te verdoezelen, of langer aan het woord te blijven, of nog iets anders. Zo kennen we ook mensen die hiervoor ‘huhh’ gebruiken, wat ik nog iets verdraaglijker vind dan dat ‘zeg maar’, ofschoon het ook behoorlijk storend is. We herinneren ons allemaal minister Opstelten nog wel die het ‘huhh’ veelvuldig gebruikte, maar nooit betrapt kon worden op snel of nerveus spreken, integendeel, zijn dictie was slaapverwekkend. Deze nieuwe ‘zeg maar’ infectie is inmiddels wijd verspreid en dus niet meer te missen. Het doet me ook denken aan een inmiddels helaas voortijdig aan de tabaksdood gestorven vriend, die voortduren het woord ‘uiteindelijk’ als stopwoord gebruikte. Maar dat bleek niet besmettelijk; dat ‘zeg maar’ is dat kennelijk wel. Uitkijken dus!

Ik vraag me af hoe personen die besmet zijn met het ‘zeg maar’ virus hiervan afgeholpen kunnen worden. Er zijn vast wel gedrachtstherapeuten, spindocters, of doodgewone spraakleraren die dit in hun pakket kunnen opnemen. Er is hier sprake van een nieuwe markt, waar best iets mee te doen valt a raison van 80 euro per uur of zo.

Als we dit niet aanpakken, dan verspreidt de infectie zich fataal en worden we -zeg maar- allemaal besmet. O gut nu vertoon ik zelf al -zeg maar- de eerste verschijnselen! Ik zeg maar niets meer.