You may say that I’m a dreamer
Ik schrijf en ik luister naar premier Mark Rutte, Mark die een persconferentie geeft over de aanslagen van gisteravond in Parijs, opgeëist door de Islamitische Staat. De aandacht van de wereld is gevestigd op de slachtoffers, de nabestaanden en de mensen die nog in kritieke toestand in het ziekenhuis liggen. Het Sydney Opera House is gekleurd naar de vlag van Frankrijk. Terwijl ik luister, schrijf ik vluchtverhalen van jongens in Nederland en ik denk aan alle jongens en meisjes die ik het afgelopen jaar heb ontmoet, allemaal om persoonlijke en soms gemeenschappelijke redenen gevlucht. Onder hen velen voor IS. Wat is het verschil tussen hen en de mensen in Parijs? Allen bang, allen bedreigd, allen in staat van zelfbescherming. Gevlucht, van het voetbalstadion naar huis of van eigen huis naar een ander land. Verstopt, onder theaterbanken of in een bos in Calais. Iedereen angstig voor de aanblik van een kalasjnikov. We leven mee met Frankrijk, zullen we ook meeleven met alle andere slachtoffers van geweld in de wereld? We begrijpen het als mensen Parijs zullen verlaten, zullen we het ook begrijpen als mensen vluchten uit andere regio’s met geweld? We verlichten gebouwen in de kleuren blauw, wit en rood, zullen we ook de kleuren van Eritrea of Syrië projecteren op het One World Trade Centre in New York? Een paar dagen van nationale rouw door iedereen voor iedereen, waarom niet?
De vraag die voor mij ten grondslag ligt aan de aanslagen, aan alle mensen die over de wereld vluchten, het verzet dat er ontstaat en het onbegrip, is de vraag of dat nou allemaal ook echt moet. Ik vraag me altijd af hoe het toch komt dat er zoveel mensen zijn die moeite hebben met andere mensen. Zoveel moeite, dat er conflicten ontstaan. Hoe fijn zou het zijn als iedereen in de wereld gewoon aardig zou zijn? Als we allemaal vanaf morgen lief zouden zijn, dan is de hele wereld lief. Stel je eens voor. Dat iedereen overal mag zijn en kan zijn, voor niemand restricties. Geen jaloezie en geen hebzucht. Hoe mooi zou het zijn als we vanaf morgen in een wereld stappen waarin alle mensen, echt alle mensen, oké zijn met zichzelf en met anderen? John Lennon verwoordt in Imagine precies mijn gedachten: ‘You may say that I’m a dreamer, but I’m not the only one. I hope one day you’ll join us and the world will be as one’.