Selectieve rouw
Als een 13-jarige jongen die voor het eerst een pornosite bezoekt zit ik vol ongeloof aan de buis gekluisterd. De beelden op tv geven mij een erectie van empathie, maar ik weet niet of deze gevoelens van empathie gevoed worden door mijn eigen emoties, of door een gestimuleerd gevoel dat het tonen van medeleven van mij verwacht wordt. Waarom huil ik krokodillentranen voor Parijs en komen mijn echte tranen pas bij het aanblik van de kortzichtige reacties van de rest van de wereld?
De aanslagen in Parijs hebben mij doen beseffen dat we twee belangrijke zaken precies verkeerd om doen. We maken namelijk geen onderscheid tussen moslims, vluchtelingen of ISIS strijders en scheren de hele Islam over één kam van kwade intenties, terwijl we juist uiterst selectief moeten zijn in het aanwijzen van de mensen met kwade bedoelingen. Bij het tonen van rouw en medeleven, een uiting waarbij juist verwacht wordt dat we geen onderscheid maken, zijn we enorm selectief en rouwen we alleen om ‘Het Westen’, en daarmee dus Parijs. We zijn een beschaving geworden die zo vol van zichzelf is dat het niet beseft dat er ook nog levens buiten Europa zijn, die net zoveel meetellen als de rest. Het wordt tijd om te realiseren dat ons inlevingsvermogen verder mag reiken dan alleen de grenzen van Europa.
Inmiddels zijn er zes miljoen Syriërs gevlucht voor ISIS. Een dag voor de aanslagen in Parijs zijn er in Beiroet 43 mensen om het leven gekomen door twee bomaanslagen, opgeëist door ISIS. Er komen elke dag meer vluchtelingen schuilen in Europa. Dezelfde vijand. Dezelfde angst. Dezelfde afschuw tegen het extremisme dat al duizenden onschuldige slachtoffers heeft geëist. Uit elkaar gerukte families, vernielde huizen, verloren hoop. Wat moet er nog meer gebeuren buiten Europa voordat we inzien dat het niet ‘Terroristen tegen Het Westen’ , maar ‘Terroristen tegen iedereen die geen terrorist is’, is?