Het eendje en de vluchtelingen
“Hebbie het al gehoord, Geer? Weer 300 van die asielzoekers erbij.” Hoor ik de vrouw met het kortpittige kapsel bij het bushokje zeggen. Haar man haalt zijn schouders op. “Komt door die Rutte joh. Die gelukszoekers kosten alleen maar klauwen met geld. En onze ouderen laten ze maar in de steek, verdomme. Hun schuld!”, zegt hij terwijl hij zijn sigaret op de grond gooit.
De bus arriveert en ik stap in. Iets met “vol is vol” en “het hep op facebook gestaan” hoor ik ‘Geer’ nog net zeggen, voordat ik het kortzichtige ochtendgesprek achter me laat.
Ik ga achterin zitten en kijk naar buiten. Het is een mooie voorjaarsdag. De hemel is strakblauw en de eerste vogels leggen een ei. De bus stopt bij het park en ik ga zitten op een oud bankje, waarin de tekst ‘NO ONE HAS EVER BECOME POUR BY GIVING’ gegraveerd staat.
Ik kijk naar het water en zie een groep eenden. Één eend zwemt voorop. Degene met de grootste snavel. Hij heeft witblonde veren. De rest zwemt achter hem aan, met de stroom mee. Ik kijk nog een keer naar de tekst op het bankje en pak een stuk brood. Ik gooi het richting de eendjes. Het valt tussen het riet, zodat ze het brood net niet kunnen zien.
Één van de eendjes heeft het wel gehoord en twijfelt. Blijft hij bij de groep of gaat hij op zijn eigen instinct af?
Zijn eigen gedachten.
Zijn eigen verstand.
Hij zwemt hongerig verder met de groep. Tot hij toch besluit zich om te draaien, zich los te maken van de groep. Hij zwemt in zijn eentje richting het riet. Hij zwemt er omheen en vindt het brood. Stiekem ben ik een beetje trots op hem. Ik geniet van zijn dapperheid.
Nadat het eendje zijn brood opheeft, loop ik weg. Terug richting de bus en het busstation. Daar staan waarschijnlijk Gerard en zijn vrouw nog te klagen. Ik denk nog een keer aan het eendje en probeer een naam voor hem te verzinnen. Ik denk lang na. Ik denk weer aan hoe moedig hij was door zich los te maken van de rest, niet denkend aan wat de anderen zeggen. Er schieten veel namen door mijn hoofd. Ik weet niet hoe ik hem ga noemen.
In ieder geval geen Gerard.