Een verre vriend

harrem 30 nov 2015

Eerder beschreef ik Joep. Hij heeft fascinerende buren: buurman Jan Braak en de overburen, een “echtpaar” met verschillende achternamen die ik maar aanduid als Jut en Jul. Deze vier personen passen in een bizarre scène, die niettemin authentiek is.

Joep, die zijn twee hondjes uitliet, zag een doodsbange man naast zijn fiets staan, machteloos proberend een forse witte Engelse Bullterriër van zich af te houden. Joep herkende in de hond Rico, die zelden werd uitgelaten. Hij leidde een treurig bestaan in een achtertuin met een wrakke schutting. Klaarblijkelijk was hij, verlangend naar een ommetje, uitgebroken.

Joep stapte met zijn hondjes op Rico af, maakte zijn broeksriem los en haalde deze onder de halsband van Rico door. Aan zijn hondenriem bevond zich een extra musketonhaak, die nu dienst kon doen om Rico degelijk vast te leggen. Dat lukte niet omdat blije Rico rondstuiterde en er een spelletje in zag. Joep vroeg de zojuist ontzette fietser of hij die musketonhaak aan Rico’s halsband wilde vastklikken. De man weigerde botweg met: “Neen, want ik laat mijn fiets van 1000 Euro niet alleen staan”… Joep: “Als ik Rico niet goed vast krijg, rent hij straks achter u aan en we zijn hier vlak bij een gevaarlijke snelweg.” De man haalde nonchalant zijn schouders op met: “Het kan me geen ruk schelen dat hij dan onder een auto komt… Succes ermee en aju!”

Op de fiets kwam toevallig buurman Jan Braak met zijn hond aan. Toen hij dit tafereel zag, remde hij schielijk en maakte gauw rechtsomkeert.

Ook Jut en Jul reden met hun auto langs dit tafereel en… reden gauw door. In de achteruitkijkspiegel volgden ze de gebeurtenissen belangstellend.
Jut: “Buurman redt het hopelijk”
Jul: ”O, o, wat is die fietser bang, zeg. Hij heeft echt hulp nodig”
Jut: “Jammer, dat we de auto niet kunnen keren”
Jul: “Ja, jammer is dat, anders hadden we vast geholpen”

Jut knikte instemmend en gaf een dot gas

Joep, begaf zich struikelend over zijn eigen broekspijpen naar huis. Een klein jongetje kwam opeens huilend op hem af: Rico’s baasje. Duidelijk te klein om zo’n spierbonk aan te overhandigen. Joep stuurde hem naar huis om zijn moeder op te halen. Terwijl hij zijn hondjes achter de voordeur worstelde, kon hij eindelijk Rico normaal aan de hondenriem vastleggen.

Moeders nam haar hond beleefd in ontvangst, niet erg blij overigens. Kort erop was Rico wonderbaarlijk genoeg opeens verdwenen.