Een meisje
Vanmorgen zag ik er weer één lopen, ze leek geen dag ouder dan 16. Met haar ogen op de grond gericht, zette ze dapper de ene stap na de andere langs die lange drukke weg.
De knul naast haar, nog volop in de pubertijd en uiteraard met afgezakte broek, zal niet veel ouder geweest zijn. Hij was lief voor haar. Zijn arm lag om haar schouder en met zijn andere hand trok hij haar glimmende rolkoffertje mee. Zo zie ik ze het liefst. Vanuit mijn auto bekijk ik ze als ik hier ’s ochtends voor het kruispunt sta te wachten.
Er zijn ook meiden die hun ouders meenemen, sommige ouders bewegen snel en verstoppen hun ogen achter een zonnebril, anderen daarentegen hebben een lichaamstaal die troost uitstraalt en dragen de logeertas van hun volgroeide spruit net zo kordaat als de luiertas van jaren geleden.
Het ergst vind ik als er een meisje alleen loopt, ze alleen ‘the walk of shame’ langs de stilstaande auto’s met nieuwsgierige ogen, zoals de mijne, moet lopen.
In haar hoofd streept ze vast nogmaals de voors en tegens af tot ze het pad van de abortuskliniek oploopt en de fietsen van het personeel, waarvan sommigen met kinderstoeltje, passeert. Als ze mazzel heeft, staat er net een lotgenootje buiten een sigaretje te roken en is ze niet meer alleen.
Het zijn trouwens echt niet alleen maar obstinate vroegrijpe pubers in strakke leggings met Uggs of Alpha-jongens die knetteren van de testosteron, nee alle leeftijden, alle nationaliteiten, alle lagen van de bevolking komen (gelukkig) voorbij.
Als ik hier ’s avonds op de terugweg weer langs kom dan staat er héél soms een luidruchtig groepje voor de kliniek, een groepje volwassenen met fakkels en spandoeken. Ik vraag me af of deze mensen die hun normen en waarden en hun God zo hoog in het vaandel dragen weleens ’s ochtends vroeg hier hebben gestaan en de meisjes zien aankomen zoals ik ze zie aankomen. Zouden ze dan minder hard schreeuwen? Zouden ze milder zijn? Ik weet het niet.
Wat ik wel weet, is dat ik altijd met opgeheven hoofd de bagage van mijn dochter zal dragen. Mijn zoon zal ik leren dat hij altijd naast zijn meisje moet lopen, welke weg ze ook afleggen.
Gelukkig is het nog lang niet zo ver en kan ik, als het stoplicht eindelijk op groen springt, gewoon gas geven en wegrijden.