Dieven des Doods

e.siawosh 15 nov 2015

De Dood is een rechtmatig construct, een harde, temperatuurloze, vlakke vaarwel. Een eenzame, zachte zucht in een grote gesuste hal van een miljoen tongloze aanschouwers, niet altijd goed, maar wel altijd voorgoed.

De Dood is een rechtmatig construct gehandhaafd door de rechtvaardige wezens van de sluimerende schaduwen, maar waarom— waarom het bestaat, “Zucht…”

Nu zij, de onschuldigen, zijn heengegaan denk ik veel aan de Dood en diens rechtmatigheid, en hoe voor mij, het alleen maar onrechtmatig lijkt. Niet om überhaupt te sterven, maar om zo zinloos te vergaan. Om te sterven van de handen van een dief, die voor het vinden van niets beters om te stelen, het enige neemt dat nog gestolen kan worden en onrechtmatig de zachte zucht handhaaft.

De Dood is een rechtmatig construct, maar enkel van de handen van de engel des doods, buitensporige morele blasfemie, niet eens religieuze blasfemie, van de handen van dieven des doods.

Maar de onschuldigen blijven dood, en ik blijf gebonden aan de einden en uitkomsten van het construct. Ik vraag mij af of mijn leven dan ook een dag zijn voorbarige eind zal vinden, want het leven, en in het bijzonder de wetten die het regeren, bieden op dit soort momenten weinig duidelijkheid noch standvastigheid voor de toekomst. Minder en minder nog dan voorheen.

De Dood is een rechtmatig construct, een zachte zucht die te vaak onrechtmatig wordt gehandhaafd. Desalniettemin moge de boodschap niet zijn dat het acceptabel is wat de dieven des doods doen. Acceptatie kan er niet zijn omdat nou eenmaal verwacht kon worden dat een dief zou vervallen tot het stelen. De tijden van zulke acceptatie en persoonsonderdrukking zouden reeds verstreken moeten zijn.

“Moge wij niet terugkeren naar die schurken van oudsher, de illustere grondleggers van bijgeloof en fanatisme, die het mes van het altaar namen en slachtoffers maakten van zij die weigerden hen te volgen.” —Voltaire