De Diplomering
Gisteravond had ik er een.
Een diplomering.
Een van mijn beste vrienden had zijn studie afgerond en ik was uitgenodigd.
Leuk toch!
Maar ik was zenuwachtig.
Door mijn lijf stroomde een vreemd soort zenuwen, die ik niet vaak in mijn leven meemaak. Ik werd er zelfs een beetje benauwd van. Ik ging in mijn hoofd mezelf, door middel van een checklist, afvragen waar deze zenuwen vandaan zouden kunnen komen:
– Kwam het door het leuke meisje die bij de koffie en thee stond?
Nee, ze was leuk en lachte lief maar daar zou het bij blijven.
– Kwam het door het gelach van mijn vrienden naast me?
Nee, die ken ik al zo lang. Die zijn op dit soort gelegenheden altijd melig.
-Kwam het door de toespraken die gegeven werden door de docenten?
Nee, zei mijn ratio.
Maar mijn gevoel zei keihard: “JA.”
Antwoord gevonden.
Ik ben bang voor mijn eigen diplomering.
Dat is toch gek!
Dan heb ik iets bereikt in m’n leven, mijn studie afgemaakt en voor dat moment is een speciaal soort avond ingericht en voor die avond ben ik bang.
Hoe kan dat nou.
Ik ben comedian, ik schrijf columns, ik maak radio, maar de diploma-uitreiking van mijn studie maakt mij bang.
Want wat moet ik na de studie doen met mijn leven?
Dan kan ik niet meer antwoorden op de vraag ‘wat ben je allemaal aan het doen?’ : “Ja ik schrijf columns, ben comedian en ik studeer”.
Dat ik dan als antwoord krijg: ‘Oh dus je studeert nog, prima toch!?’
Dat gaat dan niet meer.
Dan gaat het opeens om de pegels in plaats van studiefinanciering en m’n lieve ouders. Dat werd mij ineens bitter duidelijk. Terwijl ik iets worden wil wat mij nog geen keiharde pegels oplevert! Werd ik nu opeens in mijn droom om cabaretier te worden ontmoedigd? Dat de bittere waarheid mij met een zeer donkere schaduw probeerde te omarmen?
Want die schaduw fluisterde zachtjes in mijn oor: “Ja Karel, die jongens naast je op de foto hebben allebei een diploma en een baan waarmee ze zichzelf kunnen onderhouden. Jij niet!”
Dit soort momenten kom ik af en toe tegen in mijn ontwikkeling tot het worden van cabaretier.
Soms wordt het wel eens tegen me gezegd, maar dan doet het me niet zoveel.
Maar momenten waarop ik het niet verwacht, er niemand iets tegen me zegt, maar er iets gebeurt waardoor ik opeens geconfronteerd word met die werkelijkheid.
Op dat soort momenten word ik door mezelf gesterkt en toon ik mijn zelfvertrouwen.
Dat deed ik gisteren, dat doe ik vandaag en zal dat elke dag blijven doen.
Ook bij mijn eigen diploma-uitreiking.
Omdat ik dat kan.