Turbo Tom
Waar hij het vandaan haalde, weet ik niet. Wat hij heeft gedaan, weet ik eigenlijk ook niet meer. Wat hij de komende jaren nog voor ons in petto heeft, wil ik eigenlijk niet eens weten.
Ik was met stomheid geslagen. Toen hij in etappe twee Quintana loste en bijna beslag wist te leggen op de etappe, kijk ik al mijn ogen uit. Toen hij de rode leiderstrui veroverde, stond mijn mond wagenwijd open. Maar toen hij op de vier kilometer lange beklimming nog steeds met de beste mee kon, geloofde ik mijn ogen niet. Hij reed weg van Froome, van Quintana, van Valverde. Nibali was er niet meer bij omdat hij aan autohangen deed, maar die had hij er waarschijnlijk ook gewoon afgereden.
Toen hij eenmaal echter ingerekend was en mijn moeder de opmerking maakte die alleen onwetende moeders die meekijken met de koers kunnen maken, dat hij alsnog de etappe wel kon winnen, verklaarde mijn vader en ik haar voor gek. ‘Nee mam, dat kan niet! Die jongen heeft net zijn longen uit zijn lijf gereden en wordt nu ingerekend. Rodriguez zit nog redelijk fris, dus die zal wel winnen.’
Het eerstvolgende dat gebeurde was een lossende Rodriguez. ‘O’, zei ik. ‘Ja dan wint Froome. Duidelijk.’
Het daaropvolgende moment: Froome raakt niet weg van Dumoulin. ‘Ja, Froome kan niet zo goed aankomen. Maar hij wint wel hoor!’
Wat er toen gebeurde, snap ik nog steeds niet. Dumoulin liep terug in op Froome. Chris kwam niet meer uit het zadel en Tom deed dat juist wel. Ik dacht dat het niet kon, maar hij deed het toch.
Uit zenuwen, ongeloof en weet ik wat nog meer, begon ik te lachen. Alles en iedereen reed Dumoulin kapot. Waar hij het vandaan haalde? Al sla je me dood. Hij was dood en begraven, stond echter toch weer op. Froome zou dansen op zijn graf en etappewinst voor zijn Britse rekening nemen, Dumoulin stak zijn arm door de grond en pakte de geboren Keniaan bij de enkels. Uit de dood herrezen, Turbo Tom. Mama had gelijk.
Dat hij er doorheen zou gaan zakken, had ik normaliter gezegd. Dat dit al superknap van hem was, maar de échte klassementstoppers hem in de laatste week zouden overstijgen. Nee, nee! Hoe ik het zag? Rood in Madrid! In de tijdrit greep hij de macht, hoefde nog slechts één bergetappe te overwinnen, hij kraakte echter toch. Hij was er zó dichtbij! Turbo Tom presteerde het onmogelijke. Met een lichaam dat gemaakt is voor klassiekers en de tijdrit won hij aankomst bergop.
Zijn toekomst ziet een ieder rooskleurig tegemoet. En ik? Nogmaals: Ik wil het eigenlijk niet eens weten.