Spandoek-psychologie

petrawieke 13 okt 2015

Op de voorpagina van de krant staan twee foto’s. De mannen in de foto’s representeren twee kampen in wat ik voor het gemak het ‘vluchtelingendebat’ zal noemen. Beiden houden een spandoek op. “Welkom vreemdeling” staat er op het ene. “Ga terug Islam” zegt het andere. De mannen staan lijnrecht tegen over elkaar. Toch hebben ze iets gemeen. Allebei dragen ze een boodschap aan Syrische vluchtelingen bij zich. In het Nederlands.
Een boodschap aan Syrische vluchtelingen komt vermoedelijk het beste aan wanneer deze is opgesteld in de Arabische taal. Maar die spreekt de gemiddelde Nederlander natuurlijk niet. Google translate zou hier uitkomst kunnen bieden, maar alla. Meer voor de hand ligt het om, anno 2015, de spandoeken in het Engels te beschrijven. “Welkom” en “Ga terug” is nog goed te doen.
De teksten worden begeleid door symbolentaal. Wellicht gaan de makers er vanuit dat de geadresseerde hun conclusies wel zullen trekken uit het hartje, of de spotprent van de profeet Mohammed. Mogelijk. Zelf trek ik een andere conclusie. De spandoekdragers richten zich helemaal niet tot de vluchtelingen. Maar tegen wie dan wel?
De overheid? Ach, de Nederlandse burger is over het algemeen mondig genoeg om ‘die daar in Den Haag’ rechtstreeks aan te spreken. Het lijkt hier, en dan speculeer ik even, meer om de mening zelf te gaan.
De komst van vele vreemdelingen naar je thuisland levert logischerwijs veranderingen, en daarmee onzekerheid op. Het hebben van een mening geeft dan een gevoel van controle. Je vind er iets van, dus je hebt er grip op. Een mening om pal achter te staan, om je aan vast te houden. Hier letterlijk, in de vorm van een spandoek.
De mannen in de foto’s staan lijnrecht tegenover elkaar. Toch hebben ze iets gemeen. Het land waarin ze leven verandert, en daar hebben ze geen grip op. Misschien zouden ze elkaar kunnen begrijpen, als de meningen werden uitgebouwd tot meer dan twee à drie woorden op een spandoek, en een symbool. Als de meningen werden onderbouwd. Dan zouden ze misschien wel het zelfde hebben om voor op te komen, en elkaar om vast te houden.