Ronald Plasterk en Bob Dylan

Han Maas 21 okt 2015

‘How does it feel, how does it feel?
To be without a home,
Like a complete unknown, like a rolling stone…’
(Bob Dylan – Like A Rolling Stone)

‘Dag mijnheer, mag ik u dit geven? Ik ben Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken. Alstublieft, Hoofdstuk 1 van de Nederlandse Grondwet: vers geprint. Ach ja, u verstaat mij natuurlijk niet. “Tolk, wilt u even vertalen?” Deze man verstaat geen Nederlands, maar dat komt goed hoor!’

De tolk: ‘Hij zegt dat hij iedere dag hetzelfde eten krijgt: boterhammen met kaas.’
Plasterk: ‘Nou, kijk eens aan, zie je nou wel: Hoofdstuk 1 zegt dat we in Nederland allemaal gelijk zijn. Wij, ik, eten allemaal in Nederland brood met kaas… Da’s nou ook toevallig, mijnheer…
Het is in het Arabisch vertaald; u kunt het ook downloaden als pdf-bestand. Even kijken… ja, dat moet mogelijk zijn met uw iPhone. Wel goed opladen hoor.’

De tolk: ‘Hij heeft het koud, en zijn kinderen ook.’
Plasterk: ‘Blijf bewegen, daar word je warm van en dat is goed voor je conditie.’
De tolk: ‘Hij is moe, hij heeft al zo veel kilometers gelopen.’
Plasterk: ‘Ik moet er nu echt vandoor hoor, naar een volgende afspraak in een verzorgingstehuis. Mijn chauffeur staat al te wachten…’

‘Tjonge, wel vermoeiend hoor, rijd maar snel naar dat tehuis. Even een praatje maken en dan naar “DWDD”. Matthijs heeft het vanavond over Bob Dylan.’

‘Dag mijnheer De Vries, ik ben Ronald Plasterk.’
‘Ja, dat zie ik.’
‘U kent mij? Wat leuk! U kijkt niet zo vrolijk, wat scheelt eraan?’
‘Hebt u even?’
‘Ja hoor, mijnheer De Vries, voor u altijd.’
‘Hè, praat niet zo zeikerig, Plasterk. Ik ben geen kind. Over “zeikerig” gesproken: ik moet heel nodig… Maar niemand heeft tijd voor mij. Ik ben slecht ter been, ziet u.’
‘Moet ik iemand roepen, mijnheer De Vries?’
‘Nee, laat u maar, ik heb inmiddels een getrainde blaas. Ik zou wel wat willen eten; maar dan eindelijk eens iets anders dan brood met kaas. Trouwens, wat hebt u onder uw arm?’
‘O, dat is de grondwet. Maar die is niet voor u hoor, want u bent al Nederlander. Ik moet er weer vandoor. Het beste, mijnheer De Vries.’
‘Waarom heb ik in godsnaam de oorlog overleefd, mijnheer Plasterk?’

‘The answer my friend is blowing in the wind,
the answer is blowing in the wind.’
(Bob Dylan – Blowing In The Wind)