Klaar is Clara (over dementie)
In de tijd dat zuster Clara nog leefde was het nooit saai op de afdeling van mijn moeder. Clara droeg nog traditionele nonnenkleding, was ruim boven de 100 kilo en had maar één obsessie; eten. Ze was moeilijk ter been, maar zodra ze ook maar iets zag wat op eten leek, waggelde ze opvallend snel naar het etenswaar. Ze leek dan, mede door het waggelen en haar nonnenkleding, sterk op een iets te fors uitgevallen pinguïn die afstormt op haar prooi. Dit is absoluut niet oneerbiedig bedoeld want ik heb een zwak voor pinguïns en voor zuster Clara nog meer.
Bij een rondje koffie voor de bewoners ging de koektrommel open, pakte iedereen een koekje waarna de trommel snel weer dicht ging als Clara in de buurt was. Het kwam echter regelmatig voor dat in een onachtzaam moment Clara de trommel toch te pakken had en de inhoud vrolijk achterelkaar opat. Ze keek je dan onschuldig aan met haar grote ondeugende hondenogen en mompelde tevreden in zichzelf. Verstaanbaar praten deed zuster Clara al lang niet meer. Op een keer kreeg Clara de suikerpot te pakken. Ze nam de pot mee naar de gang en bracht deze keurig terug nadat ze genoten had van zo’n 23 suikerklontjes. “Zo…, en klaar is Clara ”, had ze geloof ik nog gemompeld. Het was wat dat betreft maar goed dat ze geen goudvissen of kanaries op de afdeling hebben. Met andere bewoners had Clara het regelmatig aan de stok. In een recordtijd had ze zelf haar warme eten op, waarna ze zat te azen op ’n koteletje van een medebewoner. Het stimuleerde de andere bewoners wel om door te eten. Zuster Clara was een bewerkelijk persoon, maar ze voelde heel goed aan als mijn moeder verdrietig was. Ze wreef dan met haar grote handen liefdevol over mijn moeders wang of gaf haar een pop als troost.
Op een dag was Clara gevallen en had daarbij haar heup gebroken. Deze klap is ze nooit meer te boven gekomen. Het was jammer genoeg heel snel daarna ‘klaar met Clara’. In het begin na het overlijden van Clara was er een leegte in de huiskamer. Iedereen moest er ook aan wennen dat de koektrommel weer gewoon open en bloot op tafel kon staan. Altijd als ik wat te eten voor mijn moeder meeneem moet ik toch nog even aan Clara denken.