Jij bent een leraar
Zorgvuldig tast jij je lichaam af. Je bent gevallen. Beide handjes draaien langzaam rond vlak voor je ogen. Daarna zijn jouw armpjes aan de beurt en zelfs de huid onder je truitje wordt geïnspecteerd. Ik had al gezien dat je niet gewond bent, maar je moet het zelf ontdekken. Ik gun je die tijd, ook al duurt het lang. Alles wat jij doet duurt lang, want je bent niet zoals wij. Je bent speciaal net als de andere kinderen in de groep. Misschien krijg je later speciaal onderwijs. Dan kun je ooit een baantje nemen, maar er is geen garantie dat school voor jou is weggelegd.
Ik ben wel naar school geweest. Daar heb ik taal geleerd en rekenen en ook geschiedenis. Ik gebruik die kennis voor mijn werk. Daarom verdien ik geld. De leraar economie heeft mij geleerd hoe ik daar meer geld van kan maken. Ik ken mijn cultuur en een beetje die van anderen. Ik heb leren nadenken over risico’s en gevaren. Die kennis gebruik ik om ons veilig te houden. Dat is belangrijk, want sommige mensen hebben kwade bedoelingen.
‘Nee bloed,’ roep je en je blije gezichtje maakt me gelukkig. Ik steek mijn hand naar je uit, klaar om naar huis te lopen, maar dat moet nog even wachten. De juf moet eerst een knuffel. Je tovert een lach op haar gezicht en een geoorloofd verliefde blik in haar ogen. Dan kunnen we vertrekken. Onderweg geef je cadeautjes weg. Iedereen die in de buurt komt krijgt jouw enthousiaste ‘hiiiiii’ als groet. Bij het huis waar de oude man altijd vanachter het raam naar buiten kijkt, sta je even stil om naar hem te zwaaien. Je neemt er de tijd voor en springt blij op en neer als de man lachend terugzwaait. Ik houd je tegen als je op een voorbijganger af wilt lopen om ook hem een knuffel te geven.
Ooit zal ik je moeten leren dat er ook gevaarlijke mensen bestaan, maar ik twijfel. Ben ik degene met een beperking? Ik zorg voor inkomen en veiligheid, maar jij hebt zojuist wildvreemde mensen gelukkig gemaakt, al was het maar voor even. Misschien kun je leraar worden. Dan kun je mij en andere intelligente mensen leren hoe we moeten vertrouwen. Ik schrijf me dan in op jouw school en als je bloedt, krijg je van mij een pleister.