Ik heb het overwogen
Stel nou dat ik wat Vluchtelingen help,
mijn huis is immers groot genoeg.
Hen barmhartig met mijn liefde overstelp
en erken dat oorlog hen de grenzen overjoeg.
Kan ik dan nog spontaan en ongedwongen
wat Facebooken of met droge ogen lezen op het net
of zal ik worden nagestaard door valse tongen
en als Wijkverrader te kijk worden gezet?
Zal ik kunnen luisteren naar de verhalen
en hun onderdrukte snikken in de nacht
ze zien schrikken van onze idealen
kan ik iets doen wat het beeld van ‘t journaal verzacht?
Vertaal ik spandoeken op het gemeentehuis
en wens ik overdreven dankbaarheid
zet ik al mijn kostbaarheden in een kluis
of kan ik het negeren, al die haat en nijd?
Zou ik haar kunnen bemoedigen en troosten
in het ondraaglijk verlies van het land dat ze bemint
en kan ik hem vertellen dat de Wijk niet is als het Oosten
dat hij hier op een hoekje na geen gastvrijheid vindt?
Show ik dan met gepaste trots onze bloeiende (Beverwijkse) Bazaar
die bruist en barst van de inheemse culturen
of schaam ik me al bij het gebaar
omdat menig Bazaar hopper hem het liefste terug wil sturen.
En als ik dan toch met ze de straat opga
ze bij de hand neem en mijn eigen angst negeer
gedachteloos bij het zoveelste loketje sta
proeven zij dan ook de spanning in de atmosfeer?
Ik mijmer wat. Slecht seconden bovenstaand overwogen
want ook ik ben stiekem bang voor al het leed
wat zo alomvattend is, verdeeld in honderden betogen
maar eigenlijk maar gewoon een Vluchteling heet.