Het is niet erg om gek te zijn
Een meisje op school, altijd blij, ook populair. Altijd met een grote lach op haar gezicht liep ze vreugdevol door school. Toen kwam het bericht. Een koude vrijdag in januari. Het krakende geluid van de rector kwam door de speakers. Het meisje had een zelfmoordpoging gedaan, en lag in kritieke toestand in het ziekenhuis. Voor het leven getekend. Permanent gehandicapt. “ze zal nooit meer de oude worden” deze woorden snijden mij nog altijd diep door mijn ziel. En waardoor? Ze bleek schizofrenie te hebben.
Schizofrenie. Niet de baas over eigen gedachten, stemmen horen, dingen zien die er niet zijn, en zelfmoordgedachten. Dat zijn de beangstigende dingen waarmee iemand met schizofrenie dagelijks moet leven, evenals mensen met andere psychische aandoeningen. Respect daarvoor, zou je zeggen. Knap dat ze daarmee kunnen leven, zou je zeggen. Toch?
Nee, blijkbaar niet. Als mensen dit horen, hebben ze hun oordeel al klaar: “pas op hoor, die gek weet niet wat hij doet”, “ga weg bij die man, hij is gek in zijn hoofd”, hoor je ouders zeggen. Dezelfde ouders die hun kind leren niet te oordelen voordat je iemand kent, dezelfde ouders die zeggen niet te staren naar gehandicapten, dezelfde ouders die het verschrikkelijk vinden te horen over zelfmoord. Stelletje hypocrieten.
Dit is een van de redenen waarom iemand met een psychische aandoening zelfmoord pleegt. Ze zijn in een donkere kelder gegooid, waarvan ze de sleutel kwijt zijn. Bang om bekend te maken dat ze dingen horen, dingen zien of dingen denken. Bang om veroordeeld te worden door deze hypocriete maatschappij. Onze maatschappij vindt het blijkbaar nodig om over iedereen te oordelen die ze voor ogen krijgen, gelijk een groep stigmatiseren, zonder ook maar één woord met ze gesproken te hebben.
Sinds 2007 is het aantal zelfdodingen met 37% gestegen. 90% van die mensen heeft een psychische aandoening. Alles wat mensen met een psychische aandoening doen, wordt gerelateerd aan hun ziekte. Door deze angst, blijft het een taboe om erover te spreken, en blijft het percentage stijgen. Deze mensen komen niet uit deze uitzichtloze, donkere kelder en dan blijkt er nog maar één oplossing te zijn.
Het kan echter anders. In plaats van te oordelen, probeer ze de sleutel aan te reiken uit deze donkere kelder. Dit kan met iets simpels als met ze te praten. Ze gerust te stellen; “het is niet erg om een oorlog in je hoofd te hebben.” “Het is niet erg om gek te zijn”.