Het applaus op de 14° minuut
Op de voetbalvelden op de 14° minuut, een staande ovatie voor Cruijff die misschien longkanker heeft. Bij Holland bakt een ongemakkelijke situatie omdat Martine Bijl een herseninfarct heeft gehad. Heel Nederland en ver daarbuiten leeft mee. Het is net of de wereld even stil staat voor het leed dat hen treft.
Maar, terwijl deze mensen handenklappen en hun medeleven betuigen, zie je op elk gezicht, één voor één, ook die vertrokken tic van verstokt verdriet. Want iedereen kent wel iemand, heel dichtbij of wat verder weg, die ook getroffen is door het ongeluk en waarbij de wereld niet even stil staat. De traan op de wang, de krop in de keel, verstopt en wel. Het is zoals Tolstoj al schreef in de openingszin van Anna Karenina: ‘het geluk van een mens is overal hetzelfde, het ongeluk is dat niet’ – een vrije vertaling die ik best kan appreciëren.
In deze regen van applaus en andere stilstaanmomenten worden tegelijkertijd ook al deze onbekende ongelukkigen geëerd. Want, ik kan me niet voorstellen dat elk individu, die hieraan al dan niet in het openbaar aan meedoet, niet aan zijn dierbare of kennis zal denken en hierdoor misschien wel harder zal klappen of wat dan ook.
Het Cruijffmoment wordt dan plots het moment van iedereen die iemand kent en hiermee meeleeft.
Laat ons die veertiende minuut behouden, ook al zou Cruijff helemaal geen kanker hebben, wat ik ook voor hem hoop. Maar, gewoon omdat iedereen wel iemand kent en weet dat die net zoals Cruijff doorheen een hel van onzekerheid en pijn gaat en ons doet herinneren aan het feit dat het leven bij een ieder van ons ook een schaduwzijde heeft.
Toch mooi dat wij als individuen ook als een groep en zelfs als volk solidair kunnen zijn.
Wel, ik hoop dat voetbal ons dat stukje menselijkheid terug kan geven, iets wat met het hooliganisme verloren is gegaan en iedereen nu verbaasd doet kijken hoe dit meeleven toch nooit echt weg is geweest.