De enquête
Op een maandagochtend kom ik uit de kiosk op het station met een grote
beker koffie in mijn hand. Zo, eerst koffie.
“Mag ik u wat vragen stellen?” hoor ik naast me. Een jongen met een studentikoos uiterlijk houdt een vragenlijst in de lucht.
Hè jakkes een enquêteur. Ik werp een blik op het informatiebord boven het perron. De intercity naar Groningen heeft 10 minuten vertraging.
“Goed dan”.
“Fijn, mag ik u vragen wat u net heeft gekocht in de kiosk?”
Ik kijk nadrukkelijk naar de beker koffie in mijn hand en antwoord:
“Ik heb koffie gekocht”.
“Okee, koffie dus. Waarom heeft u koffie gekocht?”
“Omdat ik zin had in koffie”.
“Mooi, derde vraag, toen u net in de kiosk was hoe veilig voelde u zich toen?”
Zucht, waar ben ik aan begonnen?
“Is dat een serieuze vraag?”
“Jazeker, mevrouw”.
“Nou die 2 minuten dat ik binnen was voelde ik me wel veilig”.
“Gewoon veilig of zeer veilig? U kunt een waarde kiezen tussen de 1 en
de 7 waarbij 1 staat voor zeer onveilig en 7 voor zeer veilig”.
“Doet u maar een 7”.
“Is het u opgevallen dat er een bordje in de kiosk hangt met een boodschap met betrekking tot het eten van groente en fruit?”
“Nee, niet gezien”
“Op het bordje stond: uw medereizigers hebben een groente- of
fruitproduct gekocht. Wat vindt u van die boodschap?”
“Prima boodschap, niks mis mee”
“Welke waarde geeft u de boodschap op een schaal van 1 tot 7, 1 is slecht en 7 is heel goed”
“Doe maar een 5”
“Is het u ook opgevallen dat de inrichting van de kiosk is veranderd?”
“Nee, niet echt. Maar nu u het zegt….”
“Heeft u suggesties voor de verandering van de inrichting?”
“Nee, ik zeg niets meer aan doen”
Uiteindelijk bedankt de student me voor mijn medewerking. Ik antwoord beleefd met “graag gedaan” en staar naar de kiosk. Half-om-half verwacht ik dat Frans Bauer achter de kiosk vandaan komt met een brede grijns op zijn gezicht omdat hij me zo gefopt heeft. Maar niets van dat alles.
De trein naar Groningen komt eindelijk binnen en de student heeft een nieuw slachtoffer gevonden.
“Mevrouw, wat heeft u gekocht?”
“Ik heb een banaan gekocht”, antwoordt de dame braaf.
Hoofdschuddend stap ik in de trein. Nederland is mijn vaderland, maar toch blijf ik het soms een raar land vinden.