Dagelijkse eenvoud

Gerard50 12 okt 2015

Ze zeulde twee zware boodschappentassen met zich mee. Na iedere tien meter stopte het dikke, kordate vrouwtje. De tassen zette ze dan op de stoep en veegde met de rug van haar hand het zweet van haar voorhoofd. Het oude mensje was veel te warm gekleed voor de tijd van het jaar. Langzaam schuifelde ze vooruit en toen ze voor de zoveelste keer haar tassen naast zich had neergezet, bood ik aan om haar tassen te sjouwen.

“Eigenlijk wil ik met niemand iets te maken hebben”, reageerde ze nukkig maar ze sloeg mijn aanbod niet in de wind en wachtte tot ik de tassen opbeurden.
“Die kant op. En geef me ook maar een arm want ik ben bekaf.”
Ik haakte in en paste mijn tred aan. Langzaam schuifelden we vooruit, terwijl de last aan mijn arm steeds zwaarder werd, niet vanwege de tassen, maar doordat ze steeds meer voorover ging hangen.

“Daar”, zei ze met een zweempje melancholie in haar stem en ze wees naar een verbouwd pand. “Daar dreef ik vroeger een café. Een wrakke onderneming waar altijd oude mannen zaten te kaarten zonder iets te gebruiken. De meeste woonden boven de zaak. Ik had het zwaar en de enige lokale dronkaard die er elke avond te vinden was, was mijn man. Een eenzame, voortijdig verwoeste kerel, die bij zijn vierde borrel altijd begon te zingen.”
Haar zaak was uiteindelijk hollend achteruit gegaan en het was er zo smerig, dat de muizen er met overalletjes rond liepen.
“De Keuringsdienst voor Waren heeft mijn zaak voorgoed gesloten. Ik had niks meer. Geen inkomen, helemaal niks.”
Ze leek ineens te snotteren en vertelde me, dat het pand in handen was gekomen van de bank en recent was opgeknapt om er vluchtelingen in te huisvesten.

Een honderd meter verder verdween haar hand ineens diep in haar jaszak en tussen de snoeppapiertjes en kassabonnetjes vond ze haar sleutels. Ze opende de voordeur, keek op tegen de steile trap en draaide zich vervolgens om.
“Ach”, zei ze vriendelijk, “als jij die tassen boven kunt brengen, heb je ook weer een goeie daad gedaan.”
Puffend en hijgend kwam ze achter me aan en vertelde me dat ze het jarenlang met tien euro per dag moest doen.
“Die vluchtelingen krijgen twintig euro per dag”, merkte ze op. “Maar ja, daar hebben ze ook niet om gevraagd. Toch? Ze komen niet om te kaarten.”