Brief aan jou
Beste meneer/ mevrouw,
Eergisterenavond lag ik vroeg op bed. Maar, dat wist jij natuurlijk. Ik had daarvoor nog even vlug op mijn laptop mijn mail gecheckt en mijn foto’s van mijn camera op mijn laptop gezet. Ook dat moet jou niet ontgaan zijn. Deur op slot, licht uit. Welterusten.
Tegen de avond hoor ik gestommel. Dat was jij. Ik verwarde jou met de buurman die de trap opliep. Het huis is nogal gehorig. Maar, dat wist jij. Want, toen ik bovenaan de trap ben gaan luisteren of jij toevallig echt niet beneden was, hield jij je goed stil. Ik ben mijn bed weer ingedoken.
Ik vind het jammer dat jij niet aangebeld hebt om te vragen of jij gebruik mocht maken van mijn camera en laptop. Overigens had ik dan de deur opengedaan, wat een stuk gemakkelijker binnenkomen is dan het raam. Voordat je dan wegging, had ik je dan wel gevraagd mijn camera en laptop hier te laten. Voor deze spullen heb ik immers hard gewerkt.
Dus, lul eerste klas die hoogstwaarschijnlijk mijn vakantiekiekjes – en mijn mail checkt voor het slapen gaan; ik vind je ontzettend gemeen. Gemeen omdat ik slapen niet meer fijn vind sinds jij bent langsgekomen. Ontzettend gemeen vind ik je. Maar, dat kan jou vast niets schelen.
Groet,
Fenne