Zakdoekjessolidariteit
Vrijdagmorgen. Buiten regent het hard, maar in mijn kamer is de stemming niet veel beter. Ik twijfel: zal ik mijn verplichtingen vooruitschuiven en Bridget Jones 1 én 2 kijken of houd ik me aan mijn plan om naar stage te gaan? Het idee dat ik misschien toch nog een nog een productief randje aan mijn dag te brengen, wint het van mijn luiheid, dus ik ga de deur uit. Het regent harder dan Amsterdam hebben kan, dus loop ik met mijn stippeltjesparaplu richting het station, terwijl ik poog de plassen te ontwijken. Enigszins ongeschonden kom ik op Amsterdam Amstel en check ik in. Yikes, voor het eerst betaal ik vol tarief, dat doet pijn. Het leven na de OV-studentenkaart is hard. Als ik na een tussenstop in Duivendrecht een plekje in de trein richting Den Haag veroverd heb, merk ik dat ik verkouden ben. Dat ook nog. Naarstig ga ik op zoek naar zakdoekjes in mijn tas. Ik had ze toch in mijn tas gestopt? Oh nee, gisteren had ik een andere tas bij me. Dit fenomeen haalt zeker de vrouwenproblemen top 10. Mocht ik ooit bij Linda Zomerweek als gast gevraagd worden, is dit het eerste wat ik op mijn lijstje zet van dingen die ik stom vind. Ik hoor voor me in de coupé gesnotter, wat voor iemand anders een aanleiding vormt om een gesprek te initiëren over verkoudheid. Ik luister mee, hopend op een teken dat een zakdoekjesverstrekker zich meldt. Omdat er een risico is dat het verstrekken al plaats heeft gevonden, besluit ik assertief te zijn en op het groepje af te lopen. “Ik hoorde jullie praten over verkoudheid en vroeg me af of iemand misschien een zakdoekje over heeft.” Een lach van herkenning zoemt door de coupé. “De zomer is echt voorbij hè” zegt één van hen. “Dat blijkt” zeg ik. Een van mijn medereizigers biedt me een heel pakje zakdoekjes aan. “Weet u dat wel zeker?” vraag ik. “Ja hoor”, zegt hij, “ik voelde de bui al hangen vanochtend dus ik dacht: ik sla meteen in bij de Albert Heijn”. Weer gelach. Gedeelde smart is halve smart. Ik bedank deze meneer hartelijk. Blij met mijn zakdoekjes, maar vooral met deze vorm van solidariteit keer ik terug naar mijn plaats. Deze dag zal de historie ingaan als ‘de dag dat mijn leven een stukje beter werd, omdat een vriendelijke meneer mij een zakdoekje aanbood’.