Willy

Suzanne van Boven 14 sep 2015

De dorpsgek rijdt vandaag extra rondjes op zijn fiets en roept: ‘Feest, feest!’ Willem-Alexander opent het nieuwe dorpshuis. Van de burgemeester moet het volk in het oranje verschijnen. Hup Holland hup. Vrijwilligers lijken breder dan anders en dragen oortjes die ze af en toe aandrukken waarna ze knikken tegen niks.

Vaak heb ik medelijden met Willem-Alexander. Je zult maar uitgehuwelijkt worden aan een bestaan waarvoor je in een gevangenis moet wonen, je mening niet mag ventileren en nooit alleen naar buiten mag. Voor ieder ander zou Amnesty International in de bres springen. Als klap op de vuurpijl word je ingewerkt door je moeder die tot in lengte van dagen over je schouder blijft meekijken of je niet een beetje dom doet. Hoeveel momenten zullen er geweest zijn waarop hij dacht: ik doe het niet? En moest hij van zijn moeder die gedachte wegwuiven of mocht hij openlijk de pest hebben aan de toekomstige carrière? Misschien twijfelt hij vaker nu zijn dochters opgroeien: als hij ontslag neemt bevrijdt hij ook hen uit hun torenkamer. Ik leerde vroeger dat het bevrijden van dames de corebusiness van een prins is. Man Muus belt en vraagt met de stem van Lucky-tv-Maxima: ‘Is-ie met die Audi?’

Ik heb geen idee. Ik heb geen behoefte om naar iemand te koekeloeren alsof hij een aap is in de dierentuin. Pas als ik bedenk dat ik ook vanuit het perspectief van de koning kan kijken, fiets ik naar het dorp, worstel me naar de rij voor het dranghek en draai me om. Ik doe net alsof ik iemand zoek in de menigte, en kijk vanuit koninklijk perspectief naar het volk. Voor me staan zestigers die op zijn van de zenuwen, en moeders met kleine kinderen die wel naar de burgemeester luisterden.

Als Willem-Alexander voorbij komt, hangt er een erehaag smartphones in de lucht. Er wordt geklapt en gekrijst. De vrouw naast me roept: ‘Leve de koning.’ Spettertjes vliegen over het dranghek. Haar stramme arm blijft steken waardoor ze de verboden groet maakt. Door plaatsvervangende schaamte verstijf ik. De vrouw trekt een streepmond en kijkt me vernietigend aan omdat ik haar niet bijviel met drie keer hoera. Ik krijg het mijn bek niet uit, ook niet als ik het zou willen. Zelfs als ik thuis ben, lukt het me niet: ‘Wat een leven heeft de koning,’ mompel ik.