Wanhoop
De man staat er al als ik binnen kom. Zijn pak slobbert gekreukt en vuil rond zijn magere lichaam, de stropdas in een perfecte knoop tegen zijn hals. Op zijn wangen schemert een baard en er is in geen dagen meer een kam door zijn zwarte krullende haar gegaan. Naast zijn voeten staat een dichtgeknoopte vuilniszak.
Terwijl ik de mensen van het vluchtelingenwerk interview, nipt de man een eindje verderop aan de tafel van zijn koffie. Hij vouwt zijn handen om het witte plastic bekertje en kijkt onderzoekend rond. Of ik hem ook enkele vragen mag stellen? En dan hoor ik zijn verhaal. Dit is wat ik me herinner van dat gesprek ruim tien jaar geleden.
De man geeft les in zijn vaderland. Door zijn opvattingen is hij zijn leven niet meer zeker en de gevaarlijke omstandigheden dwingen hem zijn land te verlaten. In Nederland komt hij terecht in een asielzoekerscentrum. Omdat er iets niet klopt met zijn papieren, licht de politie hem op een nacht van zijn bed. Twee nachten brengt hij in een cel door, ineens staat hij weer op straat. De man begrijpt niet waarom hij is opgepakt en ook niet dat hij ineens weer mag gaan. Wat helemaal onbegrijpelijk is, is dat zijn kamer in het asielzoekerscentrum al aan iemand anders is toegewezen. Ze hebben zijn bezittingen in een vuilniszak gestopt. Drie dagen en nachten slaapt hij op een bankje op het station. Dit vluchtelingencentrum is zijn laatste strohalm.
Als het gesprek voorbij is, schud ik hem de hand. Even kijk ik in zijn ogen, waarin pure wanhoop staat te lezen. Het grijpt me zo erg aan dat ik buiten in huilen uit barst. Als ik ben gekalmeerd, stap ik in mijn auto, rijd naar mijn warme huis, met daarin de mensen waarvan ik houd en met niet veel later een heerlijke maaltijd op tafel. Maar nog belangrijker, ik kan zeggen wat ik wil, doen wat ik wil en er fluiten geen bommen en raketten door ons luchtruim.
Regelmatig, maar zeker de laatste tijd, denk ik aan de man; nog maar een schim van wie hij ooit was. Een gelukszoeker zou hij deze dagen door velen worden genoemd. We zeggen het hardop of geven ergens commentaar via social media. Dan draaien we ons nog eens om in ons warme bed of schenken ons glas nog eens vol.
Ik hoop dat deze man, in zijn gekreukte pak, zijn bezittingen in een dichtgeknoopte vuilniszak en met die radeloze blik in zijn ogen het geluk heeft gevonden!