Taalverloedering

pavke.nl 1 sep 2015

Wat mij opvalt bij ingezonden stukken op internet en in kranten, zijn de vele spellings- en stijlfouten en de fouten in grammatica en interpunctie. Een paar voorbeelden:

"Hij wordt een kastplantje."

Dit soort fout doet vermoeden dat de schrijver niet weet waar een woord vandaan komt en wat het precies betekent. Het begrip "kasplantje" is afgeleid van het gegeven dat in een kas gekweekte planten kwetsbaarder zijn, bevattelijker voor ziekten, dan hun in de buitenlucht groeiende soortgenoten. Het betekent dus kwetsbaar, weinig weerbaar.

"[….] en iedereen adembenemend toekeek."

Iets of iemand kan je de adem benemen, iets kan adembenemend mooi of ontroerend zijn, maar toekijken doe je altijd nog ademloos.

"Zo geschiedde, zo gedaan."

Dit is een contaminatie, een samentrekking van twee bestaande spreekwoorden. Het is òf "Zo geschiedde", òf "Zo gezegd, zo gedaan".

"De heuvels zijn te stijl."

Het lange ij/korte ei-probleem. Een heuvel is steil.

"Ik besef me eens hoe oneerlijk en onrechtvaardig het voelt [….]"

Het is òf ik besef dat, òf ik realiseer me. Realiseren is een wederkerend werkwoord; "zich iets realiseren", beseffen is dat niet. Het is "iets beseffen". Tegenwoordig wordt "zich beseffen" zo vaak gebruikt, dat helaas de kans bestaat dat het gangbaar wordt. Het woordje eens in deze zin moet òf worden weggelaten, òf worden aangevuld met "te meer". Met deze aanpassingen luidt de zin dan: "Ik besef eens te meer hoe oneerlijk en onrechtvaardig het voelt [….]

"[….] met een kleine twintig man vaarden we vanuit de haven in Amsterdam-Noord het IJ op."

De verleden tijd van varen is voeren. Varen is een onregelmatig werkwoord, net als slapen, waarvan de verleden tijd "sliepen" is, niet "slaapten".

Een d of een t aan ‘t eind? Of een voltooid deelwoord op een d of een t eindigt kun je horen door het in de verleden tijd te zetten: lakte-gelakt, krulde-gekruld. Daarnaast heb je ‘t kofschip (of ‘t fokschaap). Werkwoorden eindigend op een medeklinker uit ‘t kofschip (+ de x), hebben stam+t (ik bluf, hij bluft). Die t blijft staan in de verleden tijd en in het voltooid deelwoord (bluften, gebluft). De juiste spelling vind je in ‘t Witte of Groene Boekje en er zijn diverse stijlboeken te koop waarin grammatica, interpunctie en stijlregels worden uitgelegd.

De beheersing van het Nederlands wordt helaas alsmaar minder. Graag meer aandacht voor onze moedertaal; die is veel te mooi en rijk om zomaar te laten verloederen!