Rechercheur
Rechercheur. De naam alleen al is prachtig. Klinkt als status. Het lijkt me ook echt zo’n gaaf beroep, rechercheur zijn. Dat je dingen oplost. Voor mensen die zijn bestolen. Of van wie een dierbare is vermoord. Voor mensen die met grote vraagtekens achterblijven na een misdrijf. Wie heeft het geflikt. En waarom? En dat jij dat dan als rechercheur effe oplost. Dan ben je de held! Op een gure winteravond, waarbij je je kraag nog eens omhoogsteekt, kwam ineens mijn kans om te weten hoe het is om rechercheur te zijn.
Inbraak bij mij thuis. Shit. Dat is dan minder. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel, ik kwam in aanraking met de man met het prachtig beroep en dito naam; rechercheur. Cool. Hij stelt me vragen. Hoe zijn de dieven binnengekomen? Was de deur op slot? Ik kijk hem bewonderingswaardig aan. Wat stelt hij goede vragen. Daarnaast doet hij aan sporenonderzoek. Hij speurt naar vingerafdrukken en ander bewijsmateriaal. Ik houd hem nauwlettend in de gaten. Deze man gaat mijn inbraak oplossen. Deze man is mijn held.
Maar dan ineens vertelt hij doodleuk dat de kans heel klein is dat de dader(s) gevonden worden. Ik ben verbaasd. Hoezo is de kans klein? De rechercheur doet zo zijn best. Verliest hij nu ineens zijn zelfvertrouwen? Hij komt met cijfertjes over hoe vaak een inbraak wordt opgelost. Ik ben teleurgesteld. Ik ben hier het slachtoffer. Ik wil weten wie het heeft gedaan. Deze zaak moet en zal opgelost worden!
De rechercheur loopt naar de woonkamer. ‘Dus hier stond je laptop? Dus de inbreker is hier geweest? Juist ja.’ Hij kijkt naar de grond. Er staan voetafdrukken op. Ik krijg langzaam aan weer hoop. Nieuwe sporen! Nu komt het goed. ‘Hebt u schoenen met een dergelijke profiel?’ vraagt mijn rechercheur. Ik kijk hem aan en schud ‘nee’. ‘Heeft uw man schoenen met een dergelijke profiel?’ vraagt de rechercheur vervolgens met een heel serieuze blik. Ik kijk hem wederom aan en antwoord; ‘Nee, mijn man heeft geen schoenen met een dergelijk profiel’. Mijn rechercheur, mijn held, ik zie de moed in zijn schoenen zakken. En dan ineens…..komt de recherche in mij naar boven. Ik weet van wie deze sporen zijn! Ik besluit mijn five seconds of fame te pakken. ‘Meneer de rechercheur, het zijn noch mijn schoenen, noch die van mijn man. Het zijn die van u!!’ Zo. Opgelost! Ik ben hier de held! Maar ik kan de rechercheur niet boeien. Toch een beetje jammer…