Op de vlucht
Vluchtelingen zijn mensen. Net als jij en ik. Als ze hun kindjes geen eten geven gaan die kindjes dood, net als onze kindjes. Als die kindjes dobberen in een piepklein bootje in de oceaan in de brandende zon, dan huilen ze. Net als jouw kindje zou doen. Vluchtelingen zijn geen statistieken, geen cijfertjes op papier. Het zijn allemaal mensen met een verhaal. Ik pretendeer niet dat ik weet wat we met elkaar aan deze enorme toestroom kunnen doen. We kunnen niet alles oplossen. Maar een stukje nederigheid en bovenal een enorme dankbaarheid , omdat ons wiegje hier in Nederland stond, is op zijn plaats. Harde praatjes over ” wij” en ” zij” zijn gebrek aan realiteitszin en bewustzijn. Wij en zij bestaan niet. Ik ben jou. Jij bent mij. Jij en ik zijn verbonden. Zo is het nu eenmaal. Dat doodsbange gillende kindje in de trein van het acht uur journaal, gescheiden van zijn mama, hij in de volgestampte trein en zij nog op het perron, krijsend van paniek en wanhoop, omdat hij zijn moeder niet meer kan zien, geven alles wat er aan het gebeuren is een gezicht.
Er is geen plek voor harde woorden bij het zien van zoveel menselijk leed.
Waar plaats voor is, is compassie en het met elkaar zoeken naar oplossingen, praktisch maar behulpzaam, realistisch maar niet ongevoelig, met begrenzingen maar niet met muren van hardheid.
Want o wat mogen wij ontzettend diep doordrongen zijn van het feit dat onze rijkdom, al die huizen gevuld met spullen, al die vakanties en kasten met kleding, niet een enorme prestatie is, maar slechts een gevolg van het simpele feit dat wij hier geboren zijn. Wij zijn niet de enige mensen die hard werken, die een leven opbouwden, die met alles wat ze hebben zorgen voor hun geliefden. Die mensen op die bootjes hadden ook zo’n leven. En misschien komt het moment ooit, ik hoop van niet maar het zou kunnen. Dat ik zelf in een bootje moet of te voet, op zoek naar waar het veilig is. Waar het geen oorlog is of waar de chemische ramp niet heeft plaatsgevonden. Mijn leventje zoals het nu is, is geen stilstaand feit, alles is altijd in beweging. Dus misschien zal ook ik, zal ook jij, ooit aan de kant van de vluchtelingen staan. En dan hoop je op compassie en hulp. Nee, er is geen plek voor harde woorden bij de aanblik van zoveel ellende.
Jij en de ander horen bij elkaar. Alles is verbonden.