Ik zag je foto
Je bent er niet meer, maar ik zag je foto.
Je kleine neusje in het zand en je levenloze lijfje, twee slappe handjes naast je. Ik had van je gehouden denk ik. Omdat ik nu eenmaal van elk kind zielsveel hou. Je, stel ik me zo voor, grote bruine kijkers die nieuwsgierig de grote wereld aan het ontdekken zijn. Je lachend stoeit met je grote broer en je moeder je ‘s avonds, voor het slapengaan, een kus op je wangetjes geeft. Je op een vale wipkip plezier had in een speeltuin achter het huis waar je woonde.
Ik weet dat het zo zou moeten zijn. Je ogen waren na alles wat je in je veel te jonge leven al meegemaakt hebt, waarschijnlijk gevuld met angst. Omdat je moest vluchten. Omdat de lege harde wereld waar je in woonde langzaam kapot gaat. Omdat je daar niet kon zijn.
Je zat met je moeder in een klein bootje. Het moet wel koud geweest zijn. Waarschijnlijk kroop je dicht tegen haar aan, om warm te blijven. Waarschijnlijk had je haar hand vast en fluisterde ze in je oor dat alles goed zou komen. Verder wil ik niet denken. Omdat er op een bepaald moment paniek in je ogen was. Dat hoort niet bij jongens van drie.
Nu ben je het onderwerp van gesprek in hippe televisieprogramma’s en serieuze journaals. Sta je op bijna alle voorpagina’s van de krant. Heb je een hoop hits op Google.
Je schudt ons wakker Aylan. Zelfs de hoge pieten die veel nadenken in torentjes. De normale burger schud je wakker. De bekende Nederlander laat een douche bouwen op haar zolder.
Wat ik ook wel ironisch vind, want er waren er nog veel meer dan jij.
Mijn hart huilt omdat jouw foto nodig was.
Je zou een foto moeten hebben op een wipkip.