Het leven in een kudde
Soms denk ik dat wij niet veel anders zijn dan de schapen die op een weiland grazen. Op zachte pootjes lopen ze over het voor hen uitgezette terrein. Als zij buiten de grenzen treden dan worden ze door een herdershond weer terug geblaft. Zij leven eigenlijk net als wij.
Wanneer wij buiten onze grenzen willen gaan, zonder de toestemming te hebben van de herder dan worden we ook terug geroepen. Maar dan niet door een viervoeter maar door een man in blauw. Gelukkig hebben wij Nederlanders vaak wel een toestemming. Wij kunnen de meest prachtige weilanden bezoeken om daar van het heerlijke gras te genieten. Toch kunnen vele schapen over de grens niet op onze weilanden komen. Maar waarom eigenlijk niet?
Vroeger hebben we toch zonder hun toestemming zoveel van hun gras ingepikt. Nu hebben zij alleen restjes van over. En al die restjes zijn door de wolven afgepakt. Daarom willen die schapen in die verre landen graag naar ons toe. Zij hebben namelijk honger. Zijn bang voor de wolven. Ze smeken om wat gras van ons te mogen. Wij hebben er toch zoveel van. Zelfs heel veel over. En wij hebben toch ook van hen gras gegeten! Daarom vraag ik me af waarom mogen wij wel van hun gras eten en zij niet van ons?
Toch snap ik wel een beetje wat er aan de hand is. Als er teveel schapen komen dan is ons land ook kaal. Zo zullen wij de schapen dan van de honger omkomen, gevolgd door de herdershonden, wolven en uiteindelijk de herder zelf. Wat ik echt vreselijk vindt is dat de schapen onderling vechten. Wij in het weiland Europa tegen hen in het Midden-Oosten. Maar waarom eigenlijk? Iedereen wil gewoon zijn familie beschermen. Soms vraag ik me af bij wie de schuld ligt.
Voor wie moet je jouw familie beschermen? Tegen de schapen over de grens? De wolven? Of misschien de herdershonden? Ik denk dat wij vooral bang moeten zijn voor de herder. Hij trekt aan de touwtjes. Elke dag mogen we op zijn weiland grazen. Maar daar ruilen we onze vrijheid voor in. Als de herder iets niet bevalt dan stuurt hij de herdershonden op ons af. We worden in een stal gepropt. Wachten dan op de volgende dag om weer zijn spel te spelen. Straks beslist onze herder dat hij van ons weiland een slachthuis maakt. Waar vluchten wij dan naartoe?