Het geloof in de religie
De religie biedt haar gelovigen “hoop”. Gratis? Neen, in ruil voor hun toewijding, devotie en inzet van allerhande middelen, niet alleen voor het eigen welzijn, maar vooral die van religie en kerk. Het is de gelovigen voorgehouden, dat hoe groter hun bijdrage is, hoe meer kans zij maken op de zegen van de Almachtige voor wat betreft welzijn, vergiffenis, gezondheid en vooral een plek in de hemel. Met name zal hun inzet worden beloond op de dag des oordeels (Moslim: Kayamat kè din). Echter, wanneer deze dag zich zal aandienen, dat weet alleen God, maar het geloof is er wel in.
De gelovigen hebben intussen hun ziel en zaligheid verpand aan de God of de Goden van hun religie. God is waarheid, liefde, barmhartig en vergevingsgezind. Wij mensen hebben gezondigd en zijn zondaren. Toch wil God ons helpen als wij Hem laten zien tot inkeer te zijn gekomen. God zal ons onze zonden vergeven en onze ziel zuiveren.
Wie of wat is God volgens de religiën? God is Almachtig en Volmaakt. God kan alles, anders zou Hij God niet zijn. Hij heeft alles geschapen. Van sterrenstelsels, intergalactische ruimten tot de kracht die alles geordend houdt. De Volmaakte God maakt geen fouten in Zijn creatie.
God heeft dus ook onze aarde geschapen, de zeeën, de oceanen, de bergen, al het leven op de aarde, de planten, de dieren en alle mensen. Hij is nergens in de fout gegaan, behalve … bij de mens. Hoe weten wij dit? Het staat vermeld in alle heilige Geschriften.
God schiep de mens naar Zijn evenbeeld. Hij zorgde ervoor dat het haar aan niets ontbrak, maar de mens was niet tevreden en wilde veel meer dan dat. God zag het aankomen, maar net te laat. Hij verloor de macht over de mens en het resultaat is deze verderfelijke wereld. Toch heeft God de mens beloofd om haar te helpen als zij tot Hem bid, offers brengt, puja’s (Hindoe: kerkdiensten) houdt, biecht, aflaat koopt enzovoorts.
Even een vergelijk. Als wij het oneindige universum zien als de grote of de stille oceaan, dan is de gehele mensheid, ongeveer een zeven miljard mensen, vergelijkbaar met de omvang van één kikker. Religie: “Met de oceaan heeft God geen moeite gehad, maar wel met de kikker”. Wat een verhaal. Wat een geloof in de religie.
De mens is in mijn optiek net zo volmaakt of onvolmaakt als alles wat ontstaan is uit de natuur, niets meer, maar ook niets minder.