Het echte leven op een school
Ik had alles goed voorbereid. Een uitgebalanceerd programma, leskisten over eetbare planten, hutten bouwen en spoorzoeken, verschillende bosspelen. Groep 7/8 ging op kamp naar Vierhouten en de spanning was voelbaar.
Het thema ‘Overleven in de Natuur’ sloeg in als een bom. Eerst werd er een aantal minuten druk heen en weer gepraat en toen iedereen enigszins gekalmeerd was kwamen de ideeën. Sterre wilde graag een kamplied maken. Ik vond het een leuk idee.
‘Mag ik er met Ries muziek bij maken?’ Vroeg Almir vervolgens. ‘Wij hebben zelf trommels thuis.’ Het enthousiasme van de kinderen werkte aanstekelijk.
‘Meester, zou ik een keertje mogen koken?’ Vroeg Charlotte nog voorzichtig, maar ik was al om. Op het bord maakte ik een lijst van alle ideeën, vulde deze aan met dingen die geregeld moesten worden en drie kwartier later was iedereen druk in de weer. Ik paste het normale lesrooster aan en gedurende de twee weken die volgden werd de omgeving van Vierhouten onder de loep genomen, werd er een rooster in elkaar gedraaid en werd uitgezocht wat er nu eigenlijk bij komt kijken als je wilt overleven in de natuur. Regelmatig hoorden we trommelgeluiden uit het speellokaal komen en kwam Charlotte langs met haar laatste culinaire hoogstandje.
Geleidelijk aan zag ik de dynamiek binnen de groep veranderen. Er werd samengewerkt op basis van de talenten van de kinderen en hierdoor ontstond een nieuw respect voor elkaar. Elke morgen bespraken we wat er die dag moest gebeuren en zo sloten we de dag ook af. In het begin was mijn rol vooral sturend, maar ik merkte dat dit steeds minder nodig was. Toen we eenmaal aan het begin van onze kampweek stonden wist iedereen waar hij aan toe was en waren we klaar voor de natuur. De kinderen namen de door hen voorbereide onderdelen van het programma voor hun rekening en ik begeleidde hen waar nodig. De avondwandeling in schemerlicht, de wedstrijd ‘vuur maken zonder hulpmiddelen’, het spoorzoeken; het was in één woord fantastisch. Op vrijdag hadden we allemaal het gevoel dat we de natuur écht overleefd hadden en keken we alweer uit naar het kookboekje, het boek met kampvuurliedjes en de fotoreportage waar een aantal leerlingen datzelfde weekend mee aan de slag gingen. Voldaan plofte ik ‘s avonds neer op de bank. Maandag zou het echte leven weer beginnen. En met weemoed besefte ik dat we, gedurende die drie weken schoolkamp, écht geleefd hadden.