Forens & Friends

Zo. Mijn vaste stekje op het perron heb ik ingenomen en ik draai mijn hoofd naar rechts en kijk samen met mijn medeforenzen of de trein er al aan komt. Tegen beter weten in hopen we dat onze gekanaliseerde energie eraan bijdraagt dat de trein sneller of in ieder geval op tijd het station binnen komt rijden. Mijn ogen zijn nog een beetje samengeknepen op dit vroege tijdstip, maar vandaag is er iets anders dan normaal. Mijn ogen vallen op een paar gifgroene sneakers die vloeken met de grijze tegels van het perron. “Eindelijk heeft hij een nieuw paar schoenen gekocht.” zegt mijn innerlijke stem zonder enige vorm van jaloezie tegen me. Hij, de drager van het groene schoeisel, ken ik helemaal niet, maar eigenlijk toch ook weer een beetje wel. De jongen, met een hoofd dat mij doet vermoeden dat hij naar een naam als Michiel of Martijn luistert, is begin twintig en neemt al ruim een jaar elke doordeweekse dag dezelfde trein als ik. Hij studeert. Dat weet ik aangezien ik een keer vlak na hem in hetzelfde poortje uitcheckte en “Student week vrij” zag staan. Op zijn schoenen had ik voorheen nooit gelet totdat hij een keer tegenover me zat en zijn half uit elkaar vallende paar gympies me deed afvragen hoe pover de studiebeurs tegenwoordig moet zijn. Aangezien Michiel/Martijn net als ik zich elke ochtend op ongeveer dezelfde hoogte van het perron op de trein wacht, zag ik hem dag in dag uit staan met hetzelfde afgetrapte paar schoenen. Tot vandaag, en ik ben blij voor hem. Zou de dove moeder die in gebarentaal spreekt met haar kind en altijd links naast me haar plek inneemt op het perron zijn nieuwe schoenen ook gezien hebben? Daar komt de man met de gleufhoed en de aktetas. Hij is aan de late kant vandaag. Meestal is ie er eerder als ik, maar hij is precies op tijd want de trein komt net binnenrijden. Ik kijk aandachtig hoe de trein vaart mindert en maak een een inschatting waar ik het beste kan gaan staan om als eerste in te kunnen gaan stappen. Zoals gebruikelijk stappen Martijn/Michiel en gleufhoed bijna elke dag samen met mij de trein in via dezelfde deur. Ik neem snel plaats op een lege stoel en bedenk me: zouden Martijn/Michiel, gleufhoed en dove moeder het opgevallen zijn dat ik gisteren naar de kapper ben geweest?