De “waarheid”
Er zijn mensen die de theorie van Darwin aanhangen en er zijn er die geloven in het scheppingsverhaal. Voor ik zelf ga filosoferen lijkt mij belangrijk dat u op de hoogte bent van bepaalde ontwikkelingen. Geen verzinsels, maar keiharde feiten afkomstig van wetenschappers, sterrenkundigen en anderen.
Wij hebben in ons bestaan te maken met feiten en aannames oftewel overtuigingen zolang iets niet is bewezen. Zo was het ook toen men zich afvroeg of wij in de aarde woonden of erop, of dat de aarde plat was, in het middelpunt stond van het universum en dergelijke. De massa geloofde erin en werkte nieuwe ontdekkingen tegen.
Nu weten wij dat het universum onvoorstelbaar groot is met ontelbare sterrenstelsels, intergalactische ruimten en dergelijke. Om het enigszins voorstelbaar te maken zal ik een voorbeeld geven. Stel dat het universum de grote oceaan is, dan is onze aarde een putje in de tuin. In dat putje zwemt een kikker dat de mens moet voorstellen, de totale mensheid. Dus ten opzichte van het universum is de mens een kikker in de grote of stille oceaan. Als wij als mens beweren dat onze God het universum heeft geschapen, dan zeggen wij dat vader kikker de grote oceaan heeft geschapen.
De natuur die wij denken te kennen beperkt zich niet tot de aarde, maar omvat het gehele universum. “Onze” natuur is net zo’n fractie als de mens. Alles is uit de natuur ontstaan (transcendent) en de natuur is in alles vertegenwoordigd (immanent). De natuur is niet discriminerend, met andere woorden, zij maakt geen onderscheid tussen haar “creaties”. De creaties hebben voor haar een functie te vervullen. Op basis van die taak of taken heeft zij haar creaties lichamelijke en geestelijke eigenschappen toegekend. Maar de creaties werken niet onafhankelijk van elkaar. Ze danken zelfs hun bestaan aan elkaar in de vorm van een algehele symbiose.
Op onze aarde hebben mensen, dieren en planten hun eigen specifieke taken voor de natuur. De mens kan niet de functie van de koe of de boom overnemen. Alle wezens zijn voor de natuur gelijkwaardig aan elkaar. Daar zorgt zij voor met een intelligentie die wij nooit zullen kunnen vatten. Enigszins vergelijkbaar met wat zij doet is bijvoorbeeld onze schepping van de auto. Die bestaat uit ongeveer vijfduizend onderdelen. Pas als alle onderdelen zelfstandig goed werken en op een ingenieuze in staat worden gesteld om samen te werken, ontstaat er een auto. Het geheel is meer dan de som der delen.