De (on)menselijke vluchteling
Ik reageerde geschrokken op de eerste boten vol vluchtelingen die zonken voor de kust van o.a. Italië. Daarna werd de omvang van verdronken vluchtelingen zo groot dat het niet meer om de mensen maar om de statistieken draaiden. Het onderwerp verdween in de media naar de achtergrond en zo verloor het ook mijn interesse. Inmiddels is het aantal vluchtelingen dat het overleeft zo groot dat het mij angst inbed. Om mij heen hoor ik vaak dat ‘wij’ Nederlanders ook hard hebben moeten werken om dit leven te kunnen leiden en niet lijden. We zijn bang dat onze ‘veilig, voorspelbare’ levens die we creëerden zullen instorten.
Er hoeft geen tranen trekkend verhaal op tafel te komen over wat vluchtelingen allemaal meegemaakt hebben. Waarbij sommige van ons vanuit medeleven, andere vanuit angst reageren. Er ontstaat een welles-nietes-spel; de een vindt ze zielig, de ander voelt zich bedreigd. Door die zinloze discussie vergeten we de essentie van het samenleven: behandel een ander zoals ook jij behandeld wil worden. Of je nu voor of tegenstander bent, door die discussie aan te gaan, bestempel je de mensen als ‘vluchteling’, waardoor je ze automatisch anders gaat behandelen en etiketteren. ‘Vluchteling’, het is zoals een slecht B-product in de supermarkt. Er zit een negatieve connotatie aan, omdat het stigma heerst dat je er veel voor betaalt en niets voor terug krijgt. Het gevolg hiervan is dat we de ‘vluchteling’ gaan negeren in de hoop dat ze weg gaat, we laten ze voelen en zien dat ze niet welkom zijn. Het wordt gegeneraliseerd naar alle vluchtelingen dat ze meer kwaad dan goed doen. Dus waarom zou een vluchteling zich goed gaan gedragen als ze toch behandeld wordt alsof ze alleen maar kwaad doet?
Deze mensen met hun lege blikken, die net als wij van vlees en bloed zijn, hebben niets meer te verliezen. Het ligt niet in onze mogelijkheid ze hun dierbaren terug te geven. Echter kunnen we onszelf en hen wel iets anders geven; een stukje menselijkheid. Door hen te laten voelen dat ze hier wel mogen zijn.
Ik oordeel niet over de politieke besluiten die genomen worden op hoger niveau, maar nodig je uit om een stap dichter naar de ander toe te doen, te reageren vanuit compassie in plaats van uit medelijden of angst en degenen die op de vlucht zijn hiermee een stukje menselijkheid en hoop terug te geven.