De Gouden Koets
‘ “De dag die je wist dat zou komen…” Is dat wat, Max?’
‘Hi hi, nee natuurlijk niet. Dat is geen goed Nederlands, Alexander. Bovendien is het plagiaat.’
‘Plagiaat? Hoezo?’
‘Het “Koningslied”, weet je nog wel? Het klink als het Koningslied.’
‘O, ik heb nooit naar de tekst geluisterd. De melodie, die ging nog wel…’
‘Maar waar ben je mee bezig, Alex?’
‘Ik moet die klote troonrede nog in elkaar zien te flansen en toen dacht ik: ik ga het hebben over iets wat het volk aanspreekt. Niet de economie, de vluchtelingen, maar totaal iets anders.’
‘Wat dan? lees eens voor, Alex.’
‘De hele troonrede, Max? Dat is hoogst ongebruikelijk. Voor zover ik weet, deed mijn moeder noch mijn oma dat.’
‘Kan jou het schelen, niemand komt het te weten.’
‘Ja, dat is misschien in jouw land de gewoonte, maar in ons land doen we zoiets niet. Wij vegen niets onder het tapijt.’
‘O nee… En je opa dan? De dieren beschermen en ze vervolgens afschieten, de Lockheed-affaire… En hij viste ook vaak naast de sloot.’
‘Naast de sloot…? Je bedoelt waarschijnlijk: “Hij pieste vaak naast de pot.” Vind je het gek? Heb je gezien hoe mijn oma eruitzag? Mijn opa was trouwens een uitstekend piloot die in tegenstelling tot jullie piloten de luiken wel dichthield tijdens zijn vluchten.’
‘Daar kan ik niets aan doen, Alex.’
‘Nee, maar je hebt het ook nooit publiekelijk veroordeeld.’
‘Genoeg, Alex! Vertel, wat heb je geschreven?’
‘Oké, Max, daar gaat ie dan: “Na vele behulpzame jaren, waarin je met veel elan, mijn ouders en grootouders hebt vervoerd, is er een eind gekomen aan jouw diensten. Ook heb je Max en mij gereden. Nu toon je tekenen van verval en wordt het tijd voor het museum…” ’
‘Het museum? Ben jij gek, Alex?’
‘Ja, wat anders. Weet je wat het kost om…’
‘Dat hoeft toch niemand te weten. De RVD verbieden we dat mee te delen. Rutte werkt wel mee.’
‘Dat kun je niet maken, Max, dat is liegen.’
‘O nee…? Bij ons thuis doen we dat regelmatig: zwijgen is wat anders dan liegen.’
‘En ze zeuren nu ook al over de afbeelding op die koets. Het zou refereren aan het koloniale verleden.’
‘Precies, Alex, het “verleden”. Wat is het kenmerkende van het verleden?
‘Weet ik het?’
‘Dat moet je laten rusten, Alex.’
‘Geldt dat ook voor Sylvana Simons, Max?’
‘Ja, ook voor haar.’