Bakens

Co Lumn 16 sep 2015

De bakens verzetten.
Ik kan dat spreekwoord niet meer horen, landgenoten. Voetbaltrainerstaal. “In de eerste helft vond ik ons heel slordig aan de bal, in de tweede helft hebben we geprobeerd de bakens te verzetten.” Dat soort prietpraat.
Van een trainer mag je misschien niet meer verwachten; hij moet verstand hebben van voetbal, hij is geen staatshoofd dat zijn onderdanen toespreekt. Of is de oranjebittere conclusie dat wij een koning van het volk hebben? Het begint er wel een beetje op te lijken, landgenoten. Want hoe luidde de eerste regel van de Troonrede?
Ik geef u de hele zin: “Nederlanders zijn steeds in staat de bakens te verzetten als omstandigheden daarom vragen.” Getverderrie. Altijd weer die bakens, die eeuwige metafoor die opduikt in elke speech van enig belang. Is er nou echt geen betere ‘attention grabber’ te verzinnen?
‘Willy’ treft geen blaam, landgenoten. De tekst wordt immers niet door de koning geschreven maar door de ministers. Onze premier maakt er vervolgens één verhaal van, althans: dat probeert hij. Helaas wordt een tekst alleen maar slechter naarmate er meer lezers overheen gaan.
Zoals André Hazes ooit verslaafd was aan zijn rijmwoordenboek, zo kan Mark Rutte blijkbaar niet zonder zijn spreekwoordenboek. Dat is althans mijn visie. Ik heb er tenminste eentje: een visie. Rutte heeft weleens verklaard dat hij een broertje dood heeft aan dat woord.
Als je je bedenkt dat hij zich de leider van ons kabinet mag noemen, blijft dat een op z’n zachtst gezegd curieuze uitspraak. Moet juist een minister-president niet weten waar hij naartoe wil met een land? “Visie is een olifant die het zicht beneemt”, liet Rutte zich ooit ontvallen. En dat schrijft de Troonrede!
Niet dat daar een visie inzit, overigens. Er wordt alleen gedaan alsof. Een zinsnede als ‘werken aan verder economisch herstel’ getuigt niet van visie, dat soort dooddoeners kan iedereen bedenken. Dus we zouden allemaal kunnen doordringen tot het Torentje!
Af en toe eens een speech houden, vrienden worden met Gordon, een beetje lachen: dat lijkt me wel wat. Ik hoef geen visie te hebben en ik hoef ook niet te kunnen schrijven. Het hebben van een spreekwoordenboek volstaat, weten we nu. Gewoon even bij de ‘b’ kijken en klaar. Of er een vorige Troonrede bij pakken en wat passages knippen en plakken, met hier en daar een aanpassinkje.
Ik ga even mijn zinnen verzetten.