Welkom bij de club

Sandra Israel 13 aug 2015

Terwijl in het land de pietendiscussie losbarst, heb ik ook iets met ieten, maar dan met een t er voor. Voor de allereerste keer in mijn leven bestijg ik het trapje van het onderzoekscentrum voor het bevolkingsonderzoek borstkanker, oftewel de borstenbus. Beetje lood in de sandalen heb ik wel. Niet zozeer voor het onderzoek, maar meer voor wat er ontdekt kan worden.
Meteen bij binnenkomst zie ik drie bekende gezichten, straatgenoten, alsof we de winnaars zijn van de postcodeloterijstraatprijs. We lachen. “Jij ook?” Ja, ik ook.”
Terwijl we hoegenaamd gezellig babbelen over straatdingetjes, houden we de lampen boven de kleedcabines in de gaten. De één eruit, de ander erin.
Ik mag. Langzaam ontbloot ik het bovenlijf en lees dat er binnen enkele minuten iemand aan de andere kant op de deur zal kloppen. Ik kijk eens in de spiegel en vraag me af wat het nut is van dat ding. Om nog even te controleren hoe ze er bij hangen? Of dat in ieder geval je haar goed zit als je naar binnen gaat?
Klop, klop. “De eerste keer hé”, lacht de dame in een wit tenue. Ze legt uit wat de bedoeling is. Dat ze er alles aan zal doen om vooral de borstspier goed op de foto te krijgen. Ik laat me verrassen. Zeg nog dat ik meer op zie tegen de uitslag dan tegen dit moment. Maar als ze de ene helft van mijn voorgevel tussen het apparaat heeft geplet, schiet me toch spontaan het zweet naar alle poriën. Jemig! Hoewel ik mezelf niet als kleinzerig wil omschrijven, ontglipt me nu toch een hartgrondig ‘ wow’. Het is blijkbaar een teken, want de dame duwt de platen nog steviger op elkaar. Er zitten straks vast scheuren in mijn vel, denk ik nog, maar de dame verzekert me dat het er allemaal tegen kan. Gedachtelezen kan ze ook nog. “De schouders laten hangen.” Ja hallo, ik weet even niet meer wat ontspannen is.
Het gaat snel. Maar helaas is er nog een rechterkant en moeten er ook nog dwarsfoto’s worden gemaakt. De vrouw in het wit trekt en duwt aan mijn borsten, armen en de in de weg zittende rollen. “Ja, heel goed. Nu de adem inhouden”, commandeert ze. Ook dat nog! Uiteindelijk is alles in een vloek en zucht gebeurd. En eerlijk gezegd ben ik blij dat dit onderzoek bestaat. Het heeft al menigeen het leven gered.
Ik mag weer in de kleedcabine en nu begrijp ik waarom de spiegel er hangt, want ik wil meteen zien of alles er nog aan zit. In de wachtruimte staat de witte dame me al op te wachten. De foto’s zijn gelukt. “Welkom bij de club”, lacht ze. Ze deelt nog net niet een tietendiploma uit.