We all stand together
Een half jaar woon ik in Amsterdam. Afgelopen week las ik dat het centrum van Amsterdam nog onveiliger is geworden. Met name zakkenrollers, straatrovers em aanranders schuimen de straten af. Ik vul daar graag op aan dat ik een toename zie in onvriendelijkheid tegen elkaar. Tegelijkertijd lees ik over metrolezers die een radeloze moeder met een schizofrene dochter steunen en een warm hart toe dragen. De nederlandse maatschappij, u, jij en ik, dat zijn wij. Samen zijn wij de maatschappij en kunnen wij staan voor de veiligheid in Amsterdan en ons land. Een aantal metrolezers laat zien, dat als het nodig is, wij er voor elkaar kunnen zijn en elkaar steunen. Mooi, chapeau. Ik loop regelmatig door Amsterdam en zie schreeuwende en toeterende automobilisten tekeer gaan in hun auto, tegen andere weggebruikers. Heftig bellende fietsers die tekeer gaan tegen toeristen, omdat ze weer eens op de rijbaan lopen. Een enkeling die stopt bij een zebrapad, om de oude vrouw met rollater te laten oversteken. Samen zijn wij verantwoordelijk voor ons land en hoe wij daarin met elkaar omgaan. Laten we elkaar helpen en aanspreken als wij iets zijn wat niet okay is. Spring elkaar te hulp als iemand wordt beroofd of attendeer elkaar erop als iemand zijn tas openstaat terwijl deze door de stad loopt. Het zijn kleine dingen die het verschil kunnen maken, zoals het stoppen voor een zebrapad, elkaar aanspreken als weer iemand zijn afval niet in de afvalbak gooit and so on. Of simpelweg een glimlach te geven aan een voorbijganger.
Ons land, dat zijn u, jij en ik. Zoals Paul McCartney eens zong: “we all stand together”. Now, let’s do this!