Vooroordelen

Han Maas 6 aug 2015

‘Die vuile ka…lijers.’ (Nee, ik schrijf dit woord niet voluit, er zijn te veel mensen aan deze vreselijke ziekte overleden.) ‘Ik heb recht op wat ontspanning. Toch?’ vervolgde de supporter.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ik.
‘De politie staakt en nu gaat nota bene de eerste competitiewedstrijd niet door. Vuile ka…lijers.’
‘Dat zou niet van invloed hoeven zijn, supporter.’
‘Wat bedoel je nou man? Er is toch altijd politie bij voetbalwedstrijden.’
‘Dat bedoel ik dus; hoe zou dat komen, denk je?’
‘Wat weet jij er nou van, ga je weleens naar een wedstrijd?’
‘Nee, de laatste keer is jaren geleden, Ajax-AZ. Ik liep voor het eerst met mijn vader door een peloton ME’ers. In de Meer was dat nog. Ik vond dat angstaanjagend. Vreemd genoeg gaat AZ-Ajax wel door naar ik heb begrepen.’
‘Jezus man, waar praat je over. Dat was toch een heel andere tijd.’
‘Nee, een tijd werd juist afgesloten met het verschijnen van die ME’ers: een tijd van warme worst, lage muurtjes in plaats van hoge hekken, voetbalschoenen waren uitsluitend zwart met een paar witte strepen (‘kicksen’). De broeken hadden nog normale lengten, de armen waren vrij van tatoeages, de haren lang met een ‘matje’ in de nek. Geen opgeschoren hoofden met bovenop een ‘kwakkie’ haar.
‘Ga jij nou op uiterlijk af?’ vroeg de supporter.
– ik keek hem aan. ‘Ja, misschien helemaal verkeerd, maar vooroordelen worden vaak bevestigd. In ieder geval werd er gepresteerd: door de voetballers op het veld en door de supporters op de (staan)tribunes met normale aanmoedigingen en normaal gedrag.’
‘En was er vroeger geen politie bij?’
‘Jawel, maar die regelde het verkeer; voor een hongerloon stonden ze uren in de uitlaatgassen van auto’s zonder katalysator. Tijdens de wedstrijd zaten ze op de tribune, tussen de supporters.
‘En er gebeurde niets? Wat saai.’
‘Er werd ooit een appel door de grote trom gegooid van de drumband, die in de rust speelde. En zitkussentjes vlogen na afloop op het veld. Dat waren dan ‘kwajongens’, geen hooligans.’
‘En toch zijn het kan…’
– ik onderbrak ‘m. ‘Wil je dat woord niet meer gebruiken, alsjeblieft?’ Eerdaags fietsen mensen weer een hoge berg op om geld in te zamelen ter bestrijding van deze vreselijke ziekte.’
‘Die organisatie deugt niet. Ze steken geld in hun eigen zak, het zijn gewoon ka…lijers. Trouwens, waarom wordt er niet gelijk geld gedoneerd, dan hoeven ze ook niet zo’n ka… eind te fietsen.’