Verlost
Ik zwerf graag rond. Door de straten een beetje dwalen, rondkijken, roken. Soms tos ik een muntstuk die me zegt of ik links of rechts moet. Anders zit ik bij elke hoek toch maar een beetje twijfelachtig te kijken. En routine ligt me niet echt en ik zit ook het liefst doelloos te zwerven. Al loop ik eerst een eindje zodat ik een onbekende buurt voor ogen heb zodat ik dan echt goed verdwaald ben. Ik moet wel, ik zou niet graag iemand willen tegenkomen. Ik ben expres gaan ronddwalen met die reden, dat ze me thuis ook niet konden vinden. Ik wil even niet elk moment van de dag herinnerd worden aan mijn verantwoordelijkheden. Niet dat ik van ze weg loop, niet ver althans. Maar ik heb niet heel veel ambitie en vaak ben ik ook eigenlijk bang voor mensen met ambitie. Alsof ambitie bij ieder een soort pijnlijke obsessie is. Ik heb misschien geen ambities meer, ze deden te veel pijn. Ik ben nog maar een doelloos lichaam waar alleen nog maar leven in kan worden opgewekt als het doel behaald is. Zwerf ik daarom rond? Misschien niet geheel doelloos dan. Maar nee, geen stappenplan van mijn leven. Ik ben te chaotisch voor dat. Maar goed, soms ga ik ergens op een bankje zitten en blaas wat rook uit. Milieuvriendelijke rook. Je weet wel, die groene. Maar goed dan zit ik daar wat te roken en kijk een beetje rond me heen. Maar de mensen ruiken de rook, en vies kijken ze omdat ik milieuvriendelijk ben. Ooit hoorde ik een vrouw tegen haar kind zeggen dat ik slecht was. Was ik maar slecht, dan was ik wat zekerder van mijn toekomst. Ach, ik ben gewoon dat muisje in iemands huis dat de hele tijd rondloopt. Die alle vliegende schoenen weet te ontwijken, en altijd de mens met zijn muizenvallen te slim af is. Ik maak me niet druk over die grote mensenwereld, ze doen maar. Zolang ik maar een beetje kaas kan eten. Milieuvriendelijke kaas. Ik zwerf graag rond door het leven. Ik heb genoeg tijd. Soms kijken mensen ook vies vanwege dat. Alsof ze wat tijd van je willen. Maar ik moet straks teruglopen, terug naar mijn verantwoordelijkheden. Mijn zogenaamde vrienden, mijn familie. Zouden ze me gemist hebben, wisten ze dat ik weg was? Wil ik dat ze me gemist hebben? Ga ik daarom zwerven?