Terug naar de bewoonde wereld!
Een stiekeme glimlach op mijn dochters gezicht. Dat was de afgelopen 3 dagen wel anders. Ik had haar meegenomen naar Neerbeek, een dorp in Limburg waar ik voor een paar jaar gewoond heb in het verleden. Ze was hier niet blij mee en ik moet zeggen, dat ook ik hier tegenop zag. Niet alleen omdat we er heen gingen vanwege het jaarmis van mijn overleden pleegvader, maar ook omdat het lijkt alsof al het leven uit dit dorp, helemaal weggezogen is.
De stilte is snijdend. Af en toe passeert er iemand met een hond alsof ze op automatisch piloot staan. Het enige wat je op straat hoort, zijn langsrijdende auto’s. Door al het groen van de perfect aangelegen tuintjes en de bomen is het lucht hier redelijk fris, ondanks dat een stukje verderop, achter een rij bomen en een geluidswal, de A76 een eigen leven lijdt.
Toen ik hier woonde op 12 jarige leeftijd waren er naast mij nog twee andere “donkere” kinderen op een school van 1000 man en op straat werd je aangekeken alsof je achter een kooi stond op de diergaarde. Tegenwoordig zal het aantal buitenlanders niet veel meer zijn en het aanstaren,.. ja dat blijft.
Af en toe maakt mijn peetmoeder een opmerking waaruit blijkt dat ze nog heel erg in het verleden leeft wat betreft de rassencultuur. Ik negeer dit, ondanks dat ik me er heel erg aan kan ergeren. Ik besef me dat ze misschien niet beter weet omdat ze altijd “vast” heeft gezeten in dit dorp. Afgezonderd van de rest van de wereld.
Ik heb bijna heel mijn leven in Rotterdam gewoond en mijn dochter kent niet beter dan de drukke stad en de levendige steden waar we op vakanties zijn geweest. In onze buurt, Delfshaven, komen alle culturen samen en kijkt niemand elkaar vreemd aan. We leven hier met elkaar en dat merk je aan alle geluiden die je hoort op straat. Misschien is het lucht dat je hier opsnuift wat minder fris, maar je ruikt dat hier geleefd wordt.
Bijna aangekomen in de grote stad na een lange treinreis, kijkt mijn 7 jarige dochter me aan met haar grote bruine ogen en zegt:
‘Mama, ik vind Rotterdam echt leuk!’
Waarop ik antwoord:
‘Ik ook lieverd, ik ook.’