Olifant in de kamer
Na Cecil de leeuw wordt er een nieuwe aanslag op het dierenrijk beraamd. De gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland hebben besloten om 2400 van de 3000 damherten die in de waterleidingduinen leven, te laten afschieten. Argument: de herten vormen een bedreiging voor de biodiversiteit binnen het gebied. Ze knagen namelijk aan kwetsbare plantensoorten.
In de afgelopen veertig jaar is 50% van de Nederlandse biodiversiteit verdwenen. Allemaal door die enorme populaties herten, vossen, konijnen en ganzen natuurlijk… Of niet? Wat het ambtelijk apparaat maar al te graag door de vingers ziet, zijn de 12 miljoen varkens, 100 miljoen kippen en 4 miljoen runderen in Nederland. Jaarlijks worden in Nederland 500 miljoen dieren geslacht (bijna 1000 per minuut). Deze dieren leven niet op lucht.
Een koe eet gemiddeld 60 kilo gras per dag. Geen wonder dus dat de wilde gans per 1 juni dit jaar overal in Nederland mag worden afgemaakt: deze grazer vormt concurrentie voor de koe. Ook andere vogelsoorten moeten eraan geloven: weilanden worden veelal op onzorgvuldige wijze gemaaid waardoor nesten van broedende vogels worden vernietigd. Vanaf dit jaar is een onbeperkte groei van de grondgebonden melkveehouderij mogelijk. Gevolg: veehouders kopen land op om meer koeien te kunnen houden. Minder ruimte voor Nederlandse natuur dus.
Varkens en kippen staan echter dicht op elkaar gepakt en hebben dus niet zoveel ruimte nodig. Maar ook hun voedsel moet ergens vandaan komen. Het voedzame soja wordt geimporteerd uit Zuid-Amerika, waar tropisch oerbos wordt gekapt voor vee en veevoer. En terwijl de oceanen worden leeggevist, staat voor varkens ook nog eens vis op het menu. Daarnaast eet ons vee grote hoeveelheden graan en mais. Zoveel zelfs, dat 80% van de Europese maisoogst en 40% van de wereldgraanoogst wordt opgeslokt door vee (en dat terwijl 1 miljard mensen met honger naar bed gaat, maar dat terzijde).
De mondiale veestapel veroorzaakt grote problemen voor mens en milieu, maar vanwege de lengte van deze column houd ik het hierbij: daar waar je een maisveld ziet, had een bos kunnen staan. Door vlees, zuivel en eieren te laten staan creeer je ruimte voor de natuur en wilde dieren. Jammer dat ambtenaren blind zijn voor deze olifant in de kamer en de jagers en veehouders constant hun zin geven.